uiteinden een ronding, waarmee het kinderhoofd in de bekkenuitgang door hef
boomwerking naar buiten gebracht kon worden.Nauwelijks zeven maanden later
verscheen een publicatie waarin die hefboom nauwkeurig beschreven wordt met
de toepasselijke titel 'Het Roonhuiziaansch geheim ontdekt!48 Paulus paste die
hefboom iets aan en gebruikte het instrument vaak, evenals zijn zoon Samuel.
In dezelfde periode werd in Engeland door William Smellie een verlostang ont
wikkeld. Petrus Camper, inmiddels hoogleraar in Amsterdam, introduceerde die
in 1759 in Nederland.49 De bladen van de tang van Smellie waren gekruist, in te
genstelling tot de parallelle bladen van de tang van Paulus de Wind. Bovendien
kon de tang met een slot vastgezet worden. Er waren twee varianten: een rechte
en een gekromde, waarvan de kromming aangepast was aan de vorm van het
bekken.
De hefboom en tang van Smellie waren dus al enkele jaren bekend, toen Sa
muel de Wind in 1766 zijn werk in Middelburg begon. Tijdens zijn studietijd te
Parijs bij André Levret had hij daar nog een andere verlostang leren hanteren die
Mely van Malenstein
73
Afbeelding 3. Vectis (hefboom) van Van Roonhuysen (collectie Museum Boerhaave).
48 Jacobus de Visscher Hugo van de Poll. Het ontdekt Roonhuisiaansch geheim in de vroedkun
de nader opgeheldert en bevestigt, Leiden 1753,
49 Camper was al eind jaren veertig tijdens zijn eerste reis naar Londen in contact gekomen met
Smellie en hij was zeer onder de indruk geraakt van diens werk als anatoom en man-midwife.
Ze werkten samen aan de uitgave van Smellie's anatomisch-verloskundige platenatlas. Dat
werd een standaard werk. Samuel de Wind noemt de atlas in het dagboek een nuttig leerboek.
Andrew Cunningham, Petrus Camper, A Dutchman in the medical world of eighteenth-centu
ry England, In: Klaas van Berkel Bart Ramakers (eds), Petrus Camper in Context, Hilversum
2015. William Smellie: zie ook noot 26.