Het dagboek van Samuel de Wind (1742-1803), stadsvroedmeester te Middelburg
door Levret zelf - onafhankelijk van Smellie - ontwikkeld was. 50 Deze Franse
verlostang had een groter formaat dan die van Smellie (afb. 3). Geleidelijk was zo
het probleem van het 'Geklemde Hoofd' grotendeels oplosbaar geworden. In de
tweede helft van de achttiende eeuw werden er vervolgens nog vele variaties op
de verloskundige hefboom uitgedacht, maar vooral de verlostang werd dooront
wikkeld. Johannes Mulder, een leerling van Du Pui, de eerste hoogleraar verlos
kunde te Leiden, geeft daar een fraai overzicht van in zijn dissertatie die in 1794
uitgegeven werd.51
Samuel de Wind beschrijft in de inleiding van zijn dagboek welke instrumen
ten hij noodzakelijk vond en wanneer hij die gebruikte. Ze waren opgeborgen in
een mahoniehouten koffertje. De geschreven inventaris van het koffertje is be
waard gebleven, de instrumentenkoffer zelf is helaas verdwenen.52 Wanneer hij
74
Afbeelding 4. Kromme forceps Smellie (collectie Museum Boerhaave).
50 Zeeuwse Bibliotheek, hs.nr. 4788. Verslag van Samuel de Wind over zijn tijd in Parijs: "onder
veele natuurlijke (verlossingen), trof ik er onder anderen aan, zijnde een enclavement van 't
hoofd van 't kind op de bovenste rand van 't os pubis of liever van 't bekken; de behoorlijke tijd
afgewagt hebbende, voorzag ik mij van de tang van Levret, bragt beide branches ter zijde van
het hoofd, voegde dezelfve tzaamen, dog vond mijn genodzaakt weegens te heevige resistentie
om hulp te verzoeken. Dhr Guillermort, adsistent van dhr Levret, welke ik had laaten verzoe
ken, kwam eerst tegen den morgen in, (naa ik alvoorende den geheelen nagt de wagt hadde ge
houden) hij vond minder resistentie, en haalde spoedig een leevendig kind in mijne presentie.'
51 Johannes Mulder, Historia Litteraria et Critica forcipum et vectium obstetricium, Leiden, 1794.
52 De inleiding op het dagboek is dezelfde als die bij de geschreven inventaris.