ken, maar het gaat hier om risicovolle bevallingen waarbij de vooruitzichten van
het kind al bij voorbaat heel slecht waren.
Conclusie - Samuel de Wind in zijn tijd
In het voetspoor van zijn vader Paulus de Wind begon Samuel in 1766 zijn loop
baan als stadsvroedmeester te Middelburg. Tegelijkertijd is hij in de schaduw ge
bleven van zijn bekende vader. Paulus kennen we van gezicht dankzij een elegant
portret, maar van Samuel is geen afbeelding bekend. We weten dat hij tien jaar
oud was toen zijn moeder overleed na een traumatisch ziekbed, terwijl zijn vader
in hetzelfde jaar het boek publiceerde waarmee hij in de gehele Republiek bekend
werd. Samuel had een gedegen opleiding genoten. Hij was in Leiden universi
tair geschoold en had in Parijs praktisch onderricht in de verloskunde gekregen.
Daarmee behoorde hij tot de hoger opgeleide vroedmeesters en genoot hij aan
zien. Dat blijkt ook uit het feit dat hij een klein deel (10 van de bevallingen van
het dagboek bij notabele dames deed zonder dat daar een echte medische indi
catie voor was, een algemeen maatschappelijke trend in die tijd.84 Ook zijn eigen
'waarde huijsvrouw' Cornelia Dobbelaer, was hij 'behulpzaam in de verlossching'
en meerdere familieleden, zoals een van zijn schoondochters. Hij beschreef dat
met alle details, op dezelfde wijze als de andere verslagen. De kinderen van Sa
muel en Cornelia werden geboren in het familiehuis 'De Jonge Jacob' aan de Sint
Jansstraat, waar vader Paulus zich eerder gevestigd had. Op zijn beurt vestigde
hun zoon Boudewijn zich daar later met zijn gezin. Hij volgde zijn vader Samuel
op toen die het in de jaren negentig wat rustiger aan ging doen. Aanvankelijk had
Samuels oudste zoon Paulus de functie van stadsvroedmeester gekregen, maar hij
was helaas al voor zijn dertigste levensjaar gestorven. Een ander dieptepunt in het
familieleven was het overlijden van zijn zuster Elisabeth in 1775. Hij had haar ge
holpen bij haar derde bevalling. De beschrijving van dit drama geeft een treffend
beeld van de situatie en de (on)mogelijkheden van behandelen in die tijd en ook
hoe De Wind met zijn beperkte middelen te werk ging.
In Middelburg had Samuel een prima collegiale en vriendschappelijke verhou
ding met vroedmeester Jacob de Puyt, die ook - en zelfs langere tijd - in Parijs
Mely van Malenstein
93
84 De cultuurhistoricus Frijhoff beschrijft dat als een scharnierfunctie die de vroedmeester in de
achttiende eeuw vervulde tussen de academische en de chirurgijnsstand. Paulus en Samuel de
Wind zijn in die zin als typische exponenten daarvan te beschouwen. W.Th.M. Frijhoff, 'Non
satis dignitatis..! Over de maatschappelijke status van geneeskundigen tijdens de Republiek'.
In: Tijdschrift voor geschiedenis, 3, 1983, 379-406.