EEN MAN DIE ALTIJD HEEFT GEWERKT
- 15 -
Op het laatst smaakt alles naar zand
murmelt hij. Ogen gesloten. Vermagerd
We houden van hem en nu is hij ons ontsnapt.
In een soort tijdmachine breekt hij uit.
Zwerft door 1903 en meldt zich bij zijn baas.
Dan plotseling de hongerwinter. Achterdocht.
De chronologie moeiteloos stopgezet.
Zo machtig is hij nog nooit geweest.
Alleen begrijpt hy niet als hij terugkeert
naar de zaal - enkele minuten maar -
dat hij gevangen is gezet en niets te eten krygt.
Hij - een man die altijd heeft gewerkt.
HERKENNING
Op de hoek van de straat
wachtte ik hem altijd op.
En als hy aan kwam gestapt
in het roestige harnas van de arbeider
herkende ik hem als de man
die mijn onbekende vader was.
André van der Veeke
(Uit: "Arbeid adelt")
RENAISSANCE
Ontploft de rotte granaatappel
eerst lui
nu ziedend van woede
gedreven ten langen leste
En toont zich
de tijd van berusten voorbij
van een andere kant
Zijn beste
Ronald Verstraten