Ik zat in de vijfde klas van de lagere school. De onderwijzer vroeg ons "voorleesboeken" mee te brengen. Ik kwam met Spanning in de Rode Leeuw van Hildebrandt op de proppen. Ik vind het nog steeds een goed ge schreven boek; onderkoelde humor, subtiele spanning. Ik schepte op over mijn boek. Met sukses, de meester koos mijn boek uit. Het laatste kwartier van de schooldag zou hij het voorlezen. Toen het zover was, voelde ik me het middelpunt van de wereld. Na enkele minuten begonnen mijn klasgenoten te morren. Het was een saai boek. Er werd opvallend gegaapt. Na vijf minuten voordracht nam ik het boek met een rood hoofd terug in ontvangst. Het boek was saai, dus ikzelf ook en zelfs over de rest van mijn fanilie lag plotseling in mijn verbeel ding de doem van mislukking en langdradigheid. 's Avonds in bed bekeek ik het boek, dat mij verraden had, aan alle kanten. Schoorvoetend begon ik te lezen. Op bladzijde vijf moest ik al lachen. Dat overkwam me iedere keer, als ik las hoe onhandig de hoofd persoon een schilderij ophing. Ik legde het boek weg, dacht na en be greep er niets van. Vanaf mijn zesde jaar ben ik een verslaafde, een lees-addict. Met twee lidmaatschappen en twee boodschappentassen bezocht ik iedere week de bibliotheek. Mijn ouders vonden het prachtig, maar mijn grootouders zagen gevaren. "Die jongen verleest zijn verstand," merkte mijn grootvader vaak op, ter wijl hij met een grote sigaar naar me wees. Ik had geen last van zijn kritiek. Als ik een boek las, was ik er niet. WHILE ADRESSING THE CROWD de adelaar landt op het hoofd van de burgemeester en verscheurt het met een houw van zijn fantastische snavel het publiek swingt vooraan vechten mannen en vrouwen om de veer die neerdwarrelt Meindert Inderwisch (Uit: 'De Barbaren komen") - 6 -

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 1987 | | pagina 6