TOERISME
Vanaf het viaduct zien wij de autoweg die recht
maar als je je wat bukt in flauwe bochten
door de avond gaat. Wind waait soms flarden licht
tussen de wolken door. Regen in ons gezicht.
Om wat toeristen komen doen wanneer dit eiland
zon belooft staan folders vol. Geen zee te hoog
die hen niet boeit al groeien dorpen dicht met
uitzichtloze huizen die niemand heeft bedoeld.
In lange rijen schuiven auto's aan, parel
snoer van lampen, lijnen trekkend langs
de autobaan. Als een volleerde jager leg
je aan en schiet het wild dat ongemerkt
illusies doodt in ons bestaan: schoonheid ervaren
als een straf. We gaan naar huis, drukken de foto's af.
Johanna Kruit
(Uit: "Voorheen te Orisande")
TROPEN
denkend aan
slangen en tijgers
sloop ik door
de zware bloesemende nacht
je viel in slaap
of likte je wonden
nadat ik je deur
achter me sloot
maanden later
op het koude station
zag ik nog slechts vastberadenheid
waarmee je je toverkracht had afgeworpen
Meindert Inderwisch
(Uit: "De Barbaren komen")