GUUS EN DE GROTE MENSEN
door
Roger Blaevoet
In het verhaal komen we tegen: Guus, ongeveer twaalf jaar oud, tenger
bleek en rustig. Denkt voortdurend na over allerlei zaken. Stelt daar,
volgens sommigen tot vervelens toe, vragen over. Michiel, rond de dertig,
is 'achterlijk', stottert verschrikkelijk. In het dorp brengt hij de gas-
flessen rond. Weet altijd precies hoeveel er afgerekend moet worden.
Emiel tenslotte bewoont een huisje buiten het dorp. Leeft er teruggetrok
ken. Er wordt beweerd dat hij in de oorlog 'zwart' geweest zou zijn.)
Van alle onhebbel ij kheden waarmee de grote mensen Guus wisten
te ontstemmen, was er één waaraan hij wel een buitengewone
hekel had. Op zondagmorgen gingen de mannen van het dorp, na
dat ze met schijnheilige ingetogenheid de hoogmis hadden bij
gewoond, in de enige herberg een kaartje leggen en een pilsje
pakken. En altijd liep dat uit de hand, nooit kwamen ze op het
afgesproken uur naar huis. Een soort triest ritueel leek het:
in bedrukt stilzwijgen verorberden in alle huiskamers de
vrouwen en de kinderen het feestelijke, zorgzaam bereide mid
dagmaal, dat traditioneel bestond uit verse soep, braadvlees,
groente, gebakken aardappeltjes en chocoladepudding. En daar
na werden de jongens - uitsluitend de jongens! - uitgestuurd
om de vaders op te halen voor hun portie die zielig stond af
te koelen
"Op zondag eten wij koude schotel!", had op een keer een van
de mannen uitgeroepen. En sedertdien was dat een wekelijks
terugkerende grap geworden in de volle herberg, waar al lang
geen kaartje meer werd gelegd en waar meer dan één pilsje
was gepakt, zoals bleek uit de zorgeloze, uitbundige stemming.
De jongens mochten, als ze niet vervelend deden, proeven van
vaders bier en meeluisteren naar de vertelsels die hoofdzake
lijk gingen over dingen die mannen met vrouwen deden, en die
thuis nimmer ter sprake kwamen, maar verbazend plezierig
moesten zijn, want ze brachten in de verhitte gelagzaal grote
hilariteit teweeg.
Michiel hoorde er helemaal bij. Iedereen deed gul en betaalde
hem zoveel bier, dat hij het slechts slurpend en morsend kon
bijbenen. Hij stond gevaarlijk te zwaaien en lalde luidkeels
mee in die hel van stampende muziek en onbeheerst geschreeuw.
Het absolute hoogtepunt van jolijt werd gehaald als hij, onder
handgeklap en gejuich, gretig aangemoedigd door de wanstaltig
dikke waardin, met een pijnlijk blije g r ij n s z n broek liet
zakken. Hiep hiep hoera voor Michiel! Tjonge, tjonge wat een
kerel! Wat jammer toch dat ie 'm alleen maar gebruikt om te..
.hahahaha!
Guus keek stilletjes toe, verbeet tranen die hij zelf niet kon
verklaren, en voelde zich schuldig omdat hij weer eens z'n
vader was komen ophalen en het niet aandurfde hard weg te
vluchten
Aan hetzelfde tafeltje zat, man tussen de mannen, vrij van
hoogmoed, de dokter breed glimlachend naar hem te knipogen,
z'n duim op te steken en te gebaren: jij wordt mijn opvolger.
-16-