GEHEIMEN
In het donker huizen bomen die overdag
gewoner zijn. Wij slaan de bochten van een
pad mee om en gaan, ontkomen aan het licht
af op geheimen. Kleine geluiden roepen zacht.
Misschien kamt de wind het gras of bladert
iemand in een boom. Het ongewone van de
nacht maakt alles waar. Wij voeren slechts
onzekerheden mee omdat wat dichter nadert
van alles zijn kan dat geen taal behoeft.
Voorbij de avond gaan naar waar een kind
alleen in bed van droomt is voor wie vindt
dat duister goed is soms heel mooi en droef.
De nacht legt paden aan. Uren gebruiken
de tijd die nodig is om te verstrijken.
Johanna Kruit
(Uit: "Voorheen te Orisande")
SPOREN
Soms gaan we verder dan we willen. Maakt sneeuw
ons lichter dan we zijn? Als een gordijn
hangt nevel in het duin. Geluid verschijnt
als een gebeurtenis wanneer een vogel schreeuwt
om iets dat wij niet zien. Misschien wordt er
vlakbij nu heviger gevochten om een prooi
dan in een film van Fassbinder waarin
vernietiging ontroeren kan. We vinden botten
later, veren ook, of iets van een konijn
dat vlak tevoren op de foto mocht. Begrijpen
wat je ziet is vreemder toch dan kijken
naar wat niet zo is. Veel stiller gaan
we verder nu dan toen we hierheen kwamen.
Jouw sporen vallen met de mijne samen.
Johanna Kruit
(Uit: "Voorheen te Orisande")
- 12 -