- 4 -
BALLUSTRADA OPTIMA FORMA
Dit jaar verscheen er een essay van Hans Warren met de titel
"Het dagboek als kunstvorm". Voordat ik aan het boek begon,
dacht ik: waarschijnlijk een geval van wishful thinking. De
dagboeken lopen goed, waarom niet meteen de stelling gepo
neerd dat het dagboek, in tegenstelling tot de roman, de
literaire vorm van de toekomst is.
Daarna maakte ik kennis met een genuanceerd, goed gedocu
menteerd betoog, dat me desondanks niet overtuigde. In zijn
essay geeft Warren overigens graag toe dat ons land nu niet
bepaald kan bogen op een rijke dagboektraditie, ook al be
schikken we over het beroemdste dagboek ter wereld (Anne
Frank en over het omvangrijkste en tevens meest onbenullige
(Oltmans)
Als belangrijkste oorzaak van het toenemend belang van het
dagboek als literaire vorm, noemt de schrijver het feit dat
de werkelijkheid steeds meer doordringt in het domein der
Schone Letteren. Vandaar ook de opkomst van de column aan de
andere kant van het literaire spectrum. Beide vormen putten
uit dezelfde alledaagse bron.
Het gaat me te ver om op deze plaats een theoretische tegen
zet te doen. Liever neem ik de proef op de som en ga ik mijn
ervaringen na bij het lezen van de poezie en de dagboeken van
Warren
Zodra er een deel van de dagboekenreeks verschijnt, raak ik
net zo nieuwsgierig als de gemiddelde literatuurliefhebber.
Toch weerhoudt iets me om het te kopen. Zeeuwse zuinigheid?
Geldgebrek?
Ooit heb ik in een zwak ogenblik het tweede deel gekocht;
het staat verloren in mijn boekenkast. Ik las het met die be
paalde huiver die persoonlijke literatuur oproept, maar toen
het "uit" was, keek ik er niet meer naar om.
Anders is het met Verzamelde Gedichten; die bundel is mijn
troost in bange en gelukkige dagen.
In Warrens poezie is sprake van mysterie en onthulling. (Men
leze het gedicht: Op een Bataks doodkistje.) Zijn dagboeken
beperken zich voornamelijk tot het laatste. Na een eerste le
zing is het avontuur afgelopen.
Ook hiermee is niets bewezen.
MINOR
STELLING: in een tijd, waarin de sociale verschillen groter
worden, zal de populariteit van een filosoof als Nietsche
toenemen. (Zie: Iets te Lezen.)