STRAALMOND LIEVERD door Ronald Verstraten Sommige mensen blijven in je geheugen plakken als pissebedden onder een oude baksteen. Je vergeet ze een tijdje, maar als je weer eens kijkt zit ten ze er nog steeds. Onbeweeglijk als je de steen oplicht, maar al gauw beginnen ze schuldbewust te schuifelen en proberen de' indruk te wekken dat hun aanwezigheid op een vergissing berust. Maar je weet wel beter. Ze willen helemaal niet weg, want nergens bevalt het hen beter dan in die vochtige, donkere ruimte tussen hun centimetergrote grijze geestverwanten Zo ook Straalmond Lieverd. Op de lagere school altijd de beste van de klas, (behalve in het laatste schooljaar - Triomf! - waarin ik hem tenslotte het nakijken gaf). Negens, tienen, het kon niet op. Priester wou hij worden. Dus zag ik hem vele jaren later na een ongetwijfeld diepgaande, maar desondanks afgebroken relatie met de Heer Himself, als nauwgezette bankemployé op de hoek van het marktplein staan. Ak- tentas stijf onder zijn armpje, smoeltje op zéér gedienstig. Ik herinner me hoe wij als intelligentsia van de vijfde klas van ons dorpsschooltje onvermijdelijk eens gedurende een paar dagen bevriend raakten. Op de eerste dag van onze vriendschap nam ik hem mee naar huis om te pronken met allerlei dingen waar hij per definitie niets aan vond. Hij' had lampen, buizen en andere ingewikkeld lijkende restan ten uit oude radiotoestellen. Die zaten in een doos, want hij wist ook niet wat hij ermee moest. Maar ze waren tenminste interessant! Ik had slechts boeken, die hij de moeite van het bekijken amper waard vond. Het toeval wil - tenminste, dat dénk ik toch - dat er die middag ken nissen van mijn ouders op bezoek kwamen. Hun dochter, één jaar jonger dan ik, was het mooiste meisje dat ik ooit had gezien. Een accute aan val van opperste verlegen- en verliefdheid deed me besluiten zo vlug mogelijk het huis te verlaten en buiten te gaan spelen. In plaats daar van onderhield ik, diep onder de indruk, Straalmond urenlang over deze kosmische (maar dat wist ik toen natuurlijk nog niet) ervaring. In werkelijkheid waren het hooguit twintig minuten. Straalmond begreep er niets van. Hij zat op een andere golflengte. Onze vriendschap was geen lang leven beschoren. Onverwacht draaide de rationele band een tijd later om in een allesbehalve rationele rich ting. Aan het eind van de middagpauze liep ik op een dag naar school. Ineens stond Straalmond voor me en etaleerde een talent voor volks- mennen dat ik niet achter hem had gezocht. Aan het hoofd van een kudde leeftijdsgenootjes bracht hij zijn beschuldiging naar voren: op het huis van een oud vrouwtje in de buurt stond een meterslange kras. Ik had die kras gemaakt. Hij had het zelf gezien zei hij, en wees met zijn vin gertje schuin naar boven, alsof er daar iemand zat die zijn bewering onvoorwaardelijk zou staven. Daar bleef het niet bij. Een week later stond Adolf je opnieuw voor me. Een klasgenoot had bij het verlaten van de klas een deurklink dwars door zijn wang gekregen. Straalmond had gezien dat ik de jongen had ge duwd. Noch het slachtoffer, noch ikzelf wisten ervan. Maar het kwaad was gezaaid en op den duur geloofden de meesten Straalmond - 6 -

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 1987 | | pagina 6