TEKENING De zondagmorgen was geruisloos de slaapkamer binnengegleden en door de honger gedreven verliet ik het bed. Mijn vrouw was vooralsnog niet van plan zich de slaap te laten ontnemen door de opdringende dag. Met dikke ogen stommelde ik de trap af en liep de kamer in, waar mijn zoon reeds ijverig zat te tekenen. Ik opende een keukenkastje en probeerde me te herinne ren waar de koffie stond. 'Wat doe je?' vroeg hij zonder op te kijken. 'Ik zet koffie,' mompelde ik geeuwend en stapte half struike lend over twee honden heen. 'Jij zet altijd koffie,' stelde hij vast en ging gewoon verder met kleuren. Ik kreeg niet de indruk dat hij er erg onder leed. 'Niet altijd,' gaapte ik. 'Soms wel, soms niet. Dat ligt eraan, wie het eerst uit bed is.' 'Sóms altijd,' besloot hij tevreden en boog zich neurieend over de tekening. Ik keek over zijn schouder naar het kunstwerk in wording. Met zijn zeven jaar heeft hij het brevet voor de kunst academie al half in zijn zak. Als vader onderken je die dingen feilloos 'Is die voor mij?' vroeg ik, want dat zou me niet verbazen. 'Deze is voor ome Ab,' verklaarde hij plechtig. 'Want ome Ab is ziek.' Ome Ab is een man die naast oma woont. Zijn vrouw stierf een aantal jaren geleden en sedert die tijd sukkelt hij maar wat aan. De dagen glijden aan hem voorbij en zijn enige vreugde bestaat uit het wandelen met zijn twee hondjes. Nu was hij ziek. De artsen hadden hem opgegeven. 'Hij heeft kanker,' verklaarde mijn zoon. 'En daarom teken ik twee luchtballonnen voor hem.' Ik schonk de ondertussen doorgelopen koffie in, ging erbij zitten en keek belangstellend naar zijn ballonnenstudie. Het verband was me niet helemaal duidelijk. Voor kinderlogica moet je ook vaak een andere zender opzoeken. 'Van kanker ga je dood hè?' Het was meer een bevestiging dan een vraag Een slok gloeiende koffie verhinderde me antwoord te geven. 'Als ik bij oma ben ga ik altijd even naar ome Ab,' ging hij voort. 'En dan raap ik altijd de post voor hem op. Soms zit er weieens een kaart tussen die ik gestuurd heb en die geef ik dan aan hem. En dan is-tie blij.' 'Pakt ome Ab de post dan nooit zelf?' vroeg ik geinteresseerd 'Hoe kan dat nou? Hij ligt toch op bed?' Verontwaardigd keek hij me aan. Volwassen mensen kunnen soms zo stom zijn 'Maar hij komt er toch wel eens uit?' probeerde ik bemiddelend. 'Om wat te pakken of zo.' 'Nee, natuurlijk niet,' antwoordde hij kribbig. 'Jij gaat toch ook altijd op bed liggen als je kanker hebt.' Ik stond op en wreef hem over zijn bol. 'Doe ome Ab de groeten van me als je hem weer ziet,' zei ik zacht. Ik goot mijn kopje leeg in de gootsteen en zag hoe het bruine vocht naar het afvoerputje liep. Soms smaakt koffie werkelijk nergens naar. RAATS -23-

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 1988 | | pagina 23