DE ARBEIDSMORAAL VAN EEN WERKELOZE
Een jaar was ik nu werkeloos. Een vol jaar, hoe krijg je
het godbetert voor elkaar in dit land.
Daar moeten toch maar duizenden mensen zich voor in het
zweet werken om mij te laten genieten van mijn status.
Om wat meer inhoud te geven aan mijn schijnbare (let op)
geluier had ik mezelf tot huisman geprofileerd, teneinde
mijn vrouw de kans te geven iets bij te verdienen.
Want van een uitkering kun je de canarische eilanden enkel
per atlas bezichtigen.
Fluitend liep ik met mijn hond, een getalenteerde Golden
Retriever wiens leven zich voornamelijk afspeelt in de buurt
van zijn etensbak, de villawijk in die grenst aan mijn
woning. Als het dier toch moest schijten, dan maar liever
op het fraaie gazon van een rijk geworden loodgieter.
De hond raadde mijn bedoelingen. Bedenkelijk kijkend
drukte hij zich leeg op het slordig gesoigneerde grasveld
van een schitterend landhuis en kneep met een verschrikte
sprong af toen hij een schoen naar zijn kop kreeg.
'Ben je helemaal besodemieterd,' schreeuwde een kleine
dikke man, die vreemd genoeg op een schoen en een kouse
voet naar buiten rende.
Mijn hond hapte in de schoen en ging ermee vandoor.
'Je moet die rothond bij je houden,' riep hij nijdig.
Deze slaagde er niet in de schoen in zijn geheel doormidden
te bijten. Daarvoor was het leer van té goede kwaliteit.
'Ik ben een werkloze en dus geen bewakingsdienst,' zei ik
hooghartig.
De man stond nu voor me en keek me zwoegend aan. Zijn dikke
buik danste op en neer als de uiers van een koe die mechanisch
wordt gemolken.
Ook zweette hij. En hij riekte.
(Er zit voor mijn gevoel meer achter het woord 'rieken' dan
achter het woord 'stinken'. Rieken stinkt net zo erg, maar
met meer cachet.)
'Werkeloos hé?' knikte hij hijgend. 'Dan heb je alle tijd.'
Gewoonlijk neem ik alle tijd om dit abuis degelijk onderbouwd
recht te zetten. Nu knikte ik enkel. De warmte en de stand
van de maan zal hierin ook wel een rol hebben gespeeld.
De man kneep zijn ogen halfdicht.
'Heb jij verstand van tuinen?' vroeg hij gretig.
Mijn hond hield even op met kauwen en keek fluitend de andere
kant op. Goed opgevoed als hij is laat hij de baas zijn
zaakjes regelen.
'Ik ben er ongeveer in geboren,' zei ik nonchalant.
'De tuin van mijn ouders begon bij de achterdeur en liep
door tot het einde. Dat zegt genoeg dunkt me!'
Hij wenkte me met een armzwaai en we liepen langs het huis
de reusachtige tuin in.
- 15 -