ONTMOETING
Hij verschijnt als de maan,
wordt haar spiegel,
gebarsten, de andere kant,
de ontbrekende dood.
Zijn gezicht vol van angst
breekt haar veldslag om liefde
Ze zweert trouw aan het
ongemaaid gras van de toekomst
Als een vlinder bestaat ze
één moment in zijn nacht.
Overladen met honing
ontsporen haar vleugels.
Aan dat punt in de verte
sterven duizenden doden
elke nacht aan hetzelfde.
IRIS DE LEEUW
(Uit: Orfeus en Eurydice)