ONTMOETING Hij verschijnt als de maan, wordt haar spiegel, gebarsten, de andere kant, de ontbrekende dood. Zijn gezicht vol van angst breekt haar veldslag om liefde Ze zweert trouw aan het ongemaaid gras van de toekomst Als een vlinder bestaat ze één moment in zijn nacht. Overladen met honing ontsporen haar vleugels. Aan dat punt in de verte sterven duizenden doden elke nacht aan hetzelfde. IRIS DE LEEUW (Uit: Orfeus en Eurydice)

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 1988 | | pagina 4