DIVIDE ET IMPERA fragment 't is een koude avond, makkers, hier bij de rivier. Kenneth Patchen. (Ella is een vrouw van begin de veertig. Als ze op een avond naar huis fietst, ziet ze vóór haar de veertien jarige jongen r ij den die vijfhonderd gulden heeft ge stolen van haar collega Tannie.) Ella grinnikte. Stevig omklemde ze het in de stad aange schafte stokbrood, dat straks tijdens het fondue avondje met Herman en Tineke geconsumeerd zou worden. Ze had de jongen met het felrooie haar en het imitatie le ger jasje bij wijze van spreken al op mijlen afstand herkend en had geprobeerd hem zo onopvallend mogelijk in te halen. Dat ze hem zou vatten stond vast. Ze verheugde zich er ge woon op. Zelf hadden Jos en zij gelukkig geen kinderen; en als je een ventje als dit in ogenschouw nam werd je weer eens fijn in je overtuigingen gesterkt. Verbaasd was ze e i - genlijk niet geweest, toen ze de jongen een klein kwartier tje geleden voor zich uit had zien fietsen. Vanaf de b-weg had hij de afslag naar de zeedijk genomen. Ze was hem immers al zo vaak tegengekomen, onderweg naar huis, of naar de stad. Echt iets voor dit soort knulletjes trouwens, om in dit kille oktoberweer langs de zeearm te willen fietsen. Ronduit ongezond. Deze introverte, totaal op zichzelf be trokken knaapjes waren steevast eigenwijs tot op het bot. Natuurlijk had ze zelf ook de afslag genomen. Op naar de zeedijk! Dat genoegen kon ze Tannie - en zichzelf - niet ont houden Nu had het diefje haar gezien. En herkend ook, dat leed geen twijfel. Haar spieren trilden van zelfvertrouwen, ter wijl ze ook wat harder op de pedalen trapte. Ze knelde het stokbrood in het linnen tasje enthousiast tegen zich aan en ademde gretig de zilte lucht in. Fietsen was ontzettend gezond. Geamuseerd keek ze naar de bleke spillebeentjes van het jongetje, dat nu als een razen de tekeer ging, terwijl hij nog eens achterom keek. Ze glim lachte vriendelijk naar hem. Dit had een averechts effect. De knaap pretendeerde misschien nog onbekommerd voort te fiet sen, maar zijn tempo begon nu toch veel van een wilde vlucht te krijgen. Nu, met die extreem b ij gestelde jongensfiets zou hij haar niet ontkomen. Ontaarde ouders moest hij trouwens hebben. Niet eens een fatsoenlijke herenfiets voor die jon gen kopen, en hem in dit najaarsweer nog met een korte broek de straat op sturen ook! Maar misschien hadden ze alle af-

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 1988 | | pagina 5