POËZIE EN ANARCHIE
Bijna een jaar verspreid ik gedichten en essais, waarin ik
probeer na te gaan op welke wijze poezie en anarchisme met elkaar
te verenigen zijn. Welbewust laat ik gedichten in anarchistische
bladen opnemen, ook in bladen die 'leesbaar voor arbeiders' moe
ten zijn terwijl mijn verzen soms moeilijk zijn, dubbelzinnig,
overladen met beelden, bezaaid met schijnbaar subjektieve sleutels
Wanneer ik in poeziecentra kom, verklaar ik dat echte poezie een
politieke keuze is en dat poezie niet echt is als ze de orde niet
verstoort. Op dit alles heb ik reacties gekregen, waarop ik nu
wil ingaan.
De anarchistische beweging is van huis uit een arbeidersbe
weging geweest, met tijdschriften en pamfletten maar ook met
strijdliederen en eigen dichters. De lezers moesten zich in hun
werk herkennen als strijders tegen bestaande systemen en organi
satoren van de werkelijke maatschappij. De beste dichters onder
scheiden zich door het harde ritme van een gebonden en goed be
grijpelijk vers, felle bewoordingen en kernachtige waarheden.
In dit nummer zal Psziko Jacobs Nederlandse voorbeelden geven.
Op internationaal niveau waren Laurent Tailhade en Erich Muhsam
bekend, terwijl in moderner tijden de portugees José Alfonso en
Leon Ferré een hartig woordje meespreken. Ze gebruiken traditio
nele vormen, Ferré noemt experimentele poezie zelfs reactionair
(Poète, vos papiers!): het rijm en de volkstaal zijn voor hem het
ware kenmerk van het revolutionaire gedicht. Het doel van deze
poëzie is op te gaan in de beweging van de revolutionaire massa's
en een soort eenheid te verwoorden waarin iedereen zich kan vinden.
Buiten de beweging brengen de vermaarde dissident Wolf Biermann
en de Provencaalse dichter Claude Marti teksten waarin we dit ook
herkennen
De 'autonome' dichtkunst heeft intussen zijn stijl gemoder
niseerd: de belangrijkste exponent is Peter Paul Zahl, die na een
aantal absurde processen tot vijftien jaar gevangenisstraf is ver
oordeeld 'omdat hij staatsgevaarlijk is' Zijn werk is het sym
bool van de onderdrukking van het Duitse staatssysteem geworden.
De weerkorpsen in de kraakbeweging en de Nederlandse protestgroe
pen - ook soms de vrouwenbeweging - dichten veelal in zijn stijl:
in kraakbladen en ook in De vrije socialist hebben herhaaldelijk
gedichten gestaan die aan Zahls Brockdorfer Kantate doen denken.
Ik moet toegeven dat ik zo'n dichter niet ben. Als ik mijn aspi
raties tot verandering van de samenleving wil verwoorden, schrijf
ik in eerste instantie proza. In mijn letterkundige manifesten ko
men soms regels voor die aan Zahl en de vroege teksten van Baader-
Meinhoff doen denken, maar dat valt bij mij onder het hoofdstuk
essai
Op een gegeven moment heeft een groep Amsterdamse dichters
uit de autonome beweging er genoeg van gekregen om bij herhaling
op identieke manier te schrijven over gekantelde meters of de
dood van Hans Kok. Ze beseften dat ze epigonen werden van een tra
ditie, die tot ritueel verwerd. De belangrijkste zijn Diana Ozon
en Arthur Lava, die samen met Zwagerman en Pieter Boskma in Neder
lands letterland een polemiek zijn aangegaan. Ze probeerden te
verkennen in hoeverre de dichtkunst zelf bevrijdend kon werken en
begonnen een aanval op de heersende poëtische richting, die 'bloede
loos' en 'hermetisch' werd genoemd.
23