De diskussie is op dat niveau blijven steken. Vanuit het 'auto nome' sirkuit lijken zij zich te hebben overgeheveld naar een nieuw sirkuit: het wereldje van uitgevers en dichters dat zich op voorhand akkoord verklaart met de repressieve tolerantie van het bestaande systeem. Men belijdt 'poetika' en reduceert dus op standige dichtkunst tot een technisch probleem. De context met een maatschappijvisie lijkt verlaten te zijn, al vinden we in de inter vieuws van Diana Ozon een vage verwijzing naar feminisme en revol terende magie. Wat wil ik dan zelf met dichtkunst en poezie? In de eerste plaats wil ik daarmee de samenleving veranderen. Mijn werk heeft niet het vermogen de belangen en de strijd van een hechte revolu tionaire groep te verwoorden of te vereeuwigen: ik heb voorlopig nog geen Marseillaise of Internationale op mijn naam en evenmin een cabaretlied als War einmal ein revoluzzer. Ik zal het dus voor lopig individueel moeten klaren. Ik treed dus op als kleine sabo teur en doe als dichter alles wat ik als georganiseerd anarchist niet mag ik roep geweld op, ik bezing explosies, ik draag op marktpleinen NU de revolutie uit, ik plaats overal vlaggen waar het verboden is. Barricaden zijn me in de mond bestorven. Dat heb ik met alle anarchistische dichters gemeen. Het verschil is ech ter dat ik me door willekeurig andere taa 1 ver bind i ngen op te roe pen vooral richt tegen de heersende communicatiesystemen en de taa Het mechanisme van de taal waarin wij onze dagelijkse ge sprekken voeren, houdt de betekenis van de woorden die we daarin uitspreken gevangen in een voorspelbare keten. Door woordorde te veranderen krijgen deze betekenissen een andere inhoud, die mees tal door het onbewuste wordt bepaald. Hiervoor zijn verschillende mogelijkheden. De bekendste is de aanbeveling van de Dadaist Tristan Tzara om een krant te pakken, de woorden uit te knippen, die in een puntzak te doen en door elkaar te schudden. Daarnaast kun je kollektieve gedichten maken door beurtelings zonder van el kaar iets te weten de woorden van een vers op te schrijven. Het toeval verbindt de woorden tot nieuwe betekenissen en verandert het denken: een nieuwe verbeelding roept een nieuwe werkelijkheid op. Je kunt ook het eigen onbewuste een rol laten spelen door open te staan voor de beelden die je oproept in trance of in half slaap: schakel bij het schrijven van je tekst je rationeel g e - dachtencircuit uit en schrijf domweg zomaar woorden in een zins verband op; geeft niet wat er in je opkomt (dat gaat na enige oefening heel snel). Exploiteer de waan-zin en bezie vandaaruit de warboel van de redenering Ontleen aan taalfouten in een poli tiek vertoog de meest clichématige regels van je herdersgedicht. Zoek achter elk woord in de Troonrede een sexuele betekenis. Schuw de wreedheid niet: ze bestaat. Leg je ontdekking vast, maar keten hem niet. Wat ben je nu aan het doen? Alles wat er bij écrit automa- t i q ue gebeurt, was al bekend bij de primitieve volkeren, name lijk in de magie. Tot dan toe werd het in verband gebracht met goddelijke macht of het hiernamaals en naarmate het Christendom er zijn rituele slaapwoorden over uitsprak, verzonk het in de kelders van het okkulte. In feite behoort het oproepen van andere werkelijkheden evenals het eten, slapen, werk of wetenschappelijk referaat tot de menselijke vermogens. Maar er is geen orde die deze waarnemingen toelaat werkelijk te worden, althans geen be staande. Het gevaar van de verbeelding wordt dan ook dagelijks bezworen 24

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 1988 | | pagina 24