Zij verschilt van de sociaal-democratische stromingen doordat ze niet de beheersing maar de ontwikkeling van het individu op de eerste plaats zet. Om de vrije en alzijdige ontplooiing van de mens mogelijk te ma ken, bestrijden de anarchisten alles wat naar onderdrukking riekt. Wanneer zij de staat bestrijden is dat dus niet omdat wanorde hun lief is, maar omdat de staat een alzijdige en vrije ontwikke ling van het individu tegenhoudt. De oude leus "Weg met de staat" is geen doel op zich zelf, maar een middel om de bewuste en vrije ontwikkeling van ieder mens mogelijk te maken. "Een", niet "het" middel, want anarchisten hebben altijd tegen onderdrukking van welke soort dan ook gevochten: in bedrijven, in verenigingen, in de buurt. Wat anarchisten onderscheidt van andere sociaa1-vooruitstrevende bewegingen is een sterk bewustzijn van de eenheid van doel en middelen. Men kan niet streven naar een samenleving van bewust handelende vrije mensen in êen beweging die de zelfstandigheid van ieder lid inperkt. Vandaar dat de anarchistische beweging altijd het karakter heeft gehad van een bewustmakingsbeweging waarin de kwaliteit van de leden veel meer telde dan hun kwan titeit. Waar een aantal anarchisten bij elkaar komen wordt niet zozeer een organisatie opgebouwd, maar men begint een blaadje en brochures uit te geven. De eenheid van doel en middelen leidt er anderzijds toe dat in de beweging het vrije woord en de vrije gedachte hooggehouden worden. Meningsverschillen en afsplitsingen komen nogal eens voor. Hoe moeten we ons de vrije samenleving voorstellen, waar anarchis ten naar streven? In het algemeen kent het anarchisme twee rich tingen De ene houdt de vrijheid van het individu hoog, welke door niets ingeperkt mag worden. Sterk leunend op de gedachten van Max Stirner, een Duitse filosoof en tijdgenoot van Marx, gaat hun de autonomie van het individu boven alles. De vrije samenleving zal naar hun mening een vluchtige en minimale organisatie kennen. De mensen zullen samenwerken op basis van vol komen vrijwilligheid en die samenwerkingsverbanden worden even gemakkelijk verbroken als opgebouwd. De andere richting kan men sociaal-anarchistisch, of om de term van Domela Nieuwenhuis te gebruiken vrij socialistisch, noemen. Zij volgt de opvattingen van de Franse filosoof Proudhon, de Russische revolutionair Bakoenin en diens landgenoot Kropotkin. Zij verwachten dat de samenleving zal bestaan uit (natuurlijk op basis van vrijwilligheid) samenwerkende gemeenschappen. De vrije socialisten gaan ervan uit dat de mensheid altijd een of andere vorm van samenwerking zal nodig hebben. Zij staan in hun streven ook minder argwanend tegenover organisatie van anarchisten dan de individualistische anarchisten. Een bijzondere richting onder de sociaal-anarchisten vormen de syndicalisten: de anarchis ten die menen dat de arbeiders niet zonder vakbonden kunnen, welke later de kernen van de produktie zullen vormen. Voor de Tweede Wereldoorlog waren de syndicalisten ook in Nederland tamelijk sterk, zij het met ups en downs; nu vindt men ze nog in het Onafhankelijk Verbond van Bedrijfsorganisaties (OVB). Op grond van de geschiedenis van het anarchisme zou je kunnen zeg gen dat het een beweging van en voor arbeiders is. Dat is niet juist, al hebben arbeiders de anarchistische beweging in belang rijke mate gedragen. Het streven om een vrije samenleving te ves tigen, bestrijding op elk gebied van autoritaire verhoudingen 7

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 1988 | | pagina 7