V
en van aantasting van de vrijheid en zelfstandigheid van het in
dividu, kunnen ook anderen dan arbeiders interesseren.
Bij dat streven kun je je aansluiten ongeacht je sociaal-econo
mische positie.
Het anarchisme bloeide als beweging tussen 1860 en 1940
Door een complex van oorzaken is de beweging weggezakt. Onder die
oorzaken neemt de opkomst van de verzorgingsstaat een belangrijke
plaats in, maar niet minder belangrijk zijn de zwakke organisato
rische basis van de beweging en het feit dat het een sociaal-
economisch gedeelte van haar ideeen geen gelijke tred heeft ge
houden met de kapitalistische ontwikkeling.
Desondanks zal het anarchistisch gedachtengoed altijd aantrekkings
kracht behouden, omdat het uitgaat van individuele mens. Het denkt]
van onderop. Persoonlijke vrijheid is een groot goed, dat telkens
verdedigd moet worden (tegen zedeprekers, tegen verdergaande over
heidscontrole zoals legitimatieplicht, etc.
Het alternatief waarvanuit de anarchisten opereren kan dergelijk
verzet een het perspectief van een omvattend mensheidsideaal
geven. Maar daarvoor moeten de algemene principes steeds vertaald
worden tot toepasbare oplossingen.
Bert Altena
Een zeer korte, maar goede inleiding in het anarchisme is nog
steeds: Henri Arvon, L'Anarchisme, in de serie "Que sais-je?"
nr. 479.
Men kan met de denkbeelden van afzonderlijke anarchisten kennis
maken via de door Ruud Uittenhout bezorgde Anarchief-reeks
(uitgeverij Pamflet, Postbus 1402, 5200 BL Den Bosch),
waarin boekjes over Bakoenin, Kropotkin, Proudhon, Gustav
Landauer en Johann Most reeds verschenen zijn.
Meer gericht op de problemen van het anarchisme nu is o.a.
Bert Altena (red) Omtrent Domela Nieuwenhuis. Drie lezingen
over zijn actualiteit. (Anarchistische Uitgaven, Bergen, 1987)
8