OVER HET DOEL VAN HET LEVEN
1
Paul had ik niet veel meer gezien
de laatste jaren.
Soms liep ik hem tegen het lijf
letterlijk
op een zomerzondag
of in traangasmist bij een ontruiming:
"Hallo"
"Hallo",
verwilderd zwaaide hij zijn hoofd
alsof een zwerm vliegen het op hem voorzien had,
zomerzon of traangasmist
lieten zijn ogen onberoerd,
schichtig schietend van hoek tot hoek,
heen en weer in steeds kortere bewegingen
tot uiteindelijk een ogen schijnlijke stilstand bereikt werd
hij keek je aan
helder witte randen om blauwe cirkels
als een pasontwaakte baby.
Paul had me niet veel meer gezien
de laatste jaren.
Van zijn vriendin hoorde ik:
Paul onderneemt niets meer.
En als hij iets doet loopt alles verkeerd:
wordt hij gearresteerd
in elkaar geslagen
de zaal uitgezet
heeft-ie zijn maanduitkering aan het ANC gegeven.
Paul onderneemt niets meer.
31