huis en omdat ik zo nieuwsgierig was, föhnde ik het droog, bladzijde na bladzijde. Al bladerend door dat boek met zijn onbegrijpelijke codes en geheimzinnige opmerkingen, begon mijn fantasie te werken en dit was het resultaat: Het Logboek Vol van water was het boek dat ik vanmiddag vond. De zee heeft het gewassen, de wind heeft het gedroogd. De doorgelopen teksten sturen dromen naar mijn hoofd. f ragment In mijn volwassen poezie zou ik hier alleen zeer zijdelings iets mee kunnen. Het is natuurlijk niet zo dat mijn hoofd altijd naar het schrijven van jeugdpoëzie staat. Er zijn dagen of zelfs weken dat ik er niet aan moet denken om voor kinderen te schrijven. Blijf je lang sleutelen aan een tekst? Vroeger niet dus, maar tegenwoordig kan ik een gedicht gemak kelijk een tijd laten liggen. Het begint met een inval die blijft doorzeuren in je hoofd. Dan ontstaat de ruwe vorm op papier, waaraan ik, zolang het nodig is, blijf werken. Heb je je jeugdpoëzie uitgeprobeerd op kinderen? Heel summier. In het begin heb ik dat een keer gedaan bij een dertienjarig nichtje. Ik gaf haar mijn map met gedichten en vroeg of ze bij ieder gedicht iets wilde opschrijven over haar leeservaringen. Het meisje was erg enthousiast. Ze schreef een heleboel op, maar voor de ontwikkeling of beoor deling van mijn werk had ik er niets aan. Ze vond een bepaald gedicht bijvoorbeeld leuk omdat er een grappig woord in voor kwam. En een boel teksten vond ze kinderachtig. Later realiseerde ik me dat ze eigenlijk te oud was voor de gedichten die ik schreef. Mijn jeugdpoëzie is aantrekkelijk voor kinderen vanaf een jaar of zeven tot zo'n jaar of twaalf Hoe verklaar je het opmerkelijke stijlverschil tussen je laatste bundel Voorheen te Orisande en je jeugdpoëzie? Ik heb al iets opgemerkt over het verschil in benadering van kinderen en volwassenen. Als ik voor kinderen schrijf ben ik direkter, konkreter in mijn taalgebruik. Dat is een absolute vereiste om bij kinderen verstaanbaar te zijn. In mijn volwassen poezie streef ik een zekere gelaagdheid na. Ik kan het dan eenvoudigweg niet aan om zo direkt te zijn. Als je beide vormen van poezie tegenover elkaar zet, houden ze elkaar dus goedbeschouwd in evenwicht. Overigens denk ik dat er ook sprake zal zijn van wederzijdse beinvloedingDoor die strakke versbouw in Voorheen te Orisande werd mijn poezie bijna maniëristisch. Dat benauwde me op den duur. Via de jeugdpoëzie vond ik openingen naar andere, vrijere versvormen. Ik ben zelfs cyclisch gaan schrijven 13

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 1989 | | pagina 19