thuis weinig gepraat, zeker als het om persoonlijke dingen ging. Dus schreef ik die op. Toen ik 13, 14 jaar was ben ik gaan s c h r ij v e n Grote voorbeelden heeft hij niet gehad, kan ze althans niet noe men. Voor zover hij met literatuur in aanraking kwam, gebeurde dat door contacten met geestverwanten. Van invloed vanuit de popmuziek, zoals bij sommige van zijn generatiegenoten, was ook geen sprake. "Alleen misschien Leonard Cohen. Dat is iemand van wie je zegt: hij doet de stemvork trillen. Maar die heeft natuurlijk veel meer gedaan dan alleen liedjes schrijven." Hij begon met publiceren in het tijdschrift 'Yang', tegelijk met enkele bevriende auteurs, onder wie Miriam van Hee. "Maar als ze naar mijn werk vragen, noem ik dit niet. Ons werd teveel een etiket opgeplakt van 'de nieuwe romantiek'. Akkoord, er waren overeenkomsten, maar evenzoveel verschillen. Ik denk dat dat opplakken van etiketten vooral het gevolg is van een behoefte bij taalwetenschappers. Als zij eens een nieuwe stroming zouden ontdekken, dan hebben ze daarmee hun waarde aangetoond. Ja, zo denk ik dat dat gaat." In de loop van de jaren zagen verscheidene bundels het levens licht. Eerst poezie voor volwassenen, later die voor de eerder genoemde jongeren. Hij staat nu te boek als jeugdboekenschrijver. "Dat wil niet zeggen dat ik niet meer voor ouderen schrijf, het accent is de laatste tijd alleen wat anders komen te liggen." Tussen het schrijven en lesgeven door vindt Billiet soms de tijd om te reizen. In 1985 ging hij naar Nicaragua. "Ik heb er een hekel aan om te reizen als toerist, van hotel naar hotel. Ik wil zoveel mogelijk aan den lijve ondervinden. Daar hebben we met een werkbrigade van 12 mensen geholpen bij een bouwproject. Een van de aantrekkelijke kanten van die reis was dat de poezie in Nicaragua heel erg leeft. Mensen die nauwelijks kunnen lezen, kennen hele lappen van hun grote nationale dichters uit het hoofd Een van de gevolgen van de reis was de vertaling van het werk van de Nicaraguaanse dichter Gioconda Belli. De bundel kwam in maart uit bij het Pablo Nerudafonds in Brugge. Plannen voor een nieuwe reis - naar Brazilië - zijn nog onzeker. Wel staat een nieuwe publicatie op stapel: een bloemlezing van de 'beste schrijvers voor jongeren'. Vijf Vlaamse en elf Neder landse schrijvers samengebracht onder de titel 'Een propje in mijn gezicht'. Op de valreep breng ik - twijfelend, want: Groot Etiket - de Vlaamse Golf ter sprake. Billiet: "Een aantal jongeren maakt heel goed werk, maar komt minder op de voorgrond dan bijvoor beeld Brusselmans. Een 'farceur', een ramp voor ons. Lannoye is toch van een ander gehalte, maar die roman had-ie niet moeten schrijven." En verder ''Leon Pleyzier, dat vind ik het prototype van een groeiend Vlaams talent. Hij wordt steeds sterker, heeft een homogeen oeuvre, wars van trends. Paul Hoste is ook zo ie mand. Verder zou ik Stefan Hartmans en Rita Demeester noemen." Hij denkt even na en zegt dan: "Het zijn de verkeerden die in de belangstelling staan. De Vlaamse Golf bestaat misschien wel, maar wat in Nederland wordt opgepikt zijn de mensen met minder talent RONALD VERSTRATEN 14

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 1989 | | pagina 16