HALVERWEGE HEADINGTON HILL
halverwege headington hill braad ik een piepkuiken
in haar eigen vet smelt de sneeuw in april
wemelt de hemel van waakhonden
onder het deksel zijn haar poten verbrand
de vetspetters veeg ik van mijn handen
ik ben verslaafd aan het woordeloze woord
de old roundabout ligt verlaten
zoals mijn voetstappen hol klinken
het soortelijk gewicht is opgelost in de slachting
het leven laat zich niet belazeren
ik juichte te vroeg
de guillotine act zal ik ondertekenen
hoofdpijn van honger en leugens
maagpijn van verlangen en afgunst
menstruatiepijn uit de monden van mijn discipelen
straks zal ik een kuiken eten
ik hoop wakker te kunnen blijven tot bedtijd
het is koud het is avond het is voorjaar
JOHAN DE WIT
London, mei '89.
19