verder. Ze stonden nu met zijn vijven te luisteren. Alleen de oude man luisterde niet. Hij keek alleen maar. Geroezemoes en zenuwlachen vol verwachting, klopt het hart, het hoofd, de benen en de wangen. Willen wordt met Zien verward. En in het deurgat staat de Koning der dieren al sinds eeuwen lang. Hij richt zich vriendelijk tot de massa: Ik ben Loeki van 't Behang. 'Vlieg er eens uit', dat is mijn motto. Kom, stap in, we gaan op reis. Langs Voordeel, Streven en de Lotto verlaten wij dit paradijs. Wachtmeester Kees legde zijn hand op Henkies schouder. Hij draaide zich om. "Mooi hèwachtmeester "Ja, jongens. Zullen we dan nu maar eens gaan?" "Wacht effe. 'T is nog nie klaaro", zei Salvo. En de stem besloot: De Vleugellammen blijven achter in het helle licht. Hun strak gelaat vergrijnst naar wreed dat zijn ze, aan hun stand verplicht. Met het karakteristieke, gierende geluid van een auto die achteruit rijdt, verdween het vijftal in de nacht. De oude man was naar binnen gegaan en in polder klonk geen enkel geluid. RONALD VERSTRATEN

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 1989 | | pagina 43