ineens een tweede licht branden. Eerst hoorden ze muziek, toen een krakerige stem die een gedicht voorlas. STERDOEM Zie de officieren van de stad, hoe ze zwijgen en geloof belijden aan een zaak waar niemand in gelooft. Het hoofd geheven richting sterren, het heelal turend zoekend naar een teken uit hoger sferen ooit beloofd. En onder hen de Vleugellammen, Tandelozen aan de grond genageld en van eer en perspectief beroofd Ze wisten niet hoe ze 't hadden. Keken elkaar met verbaasde ogen aan, maar luisterden geboeid verder. De patrouillewagen die intussen langzaam over het karrespoor in hun richting kwam, zagen ze wel, maar ze besteedden er geen aandacht aan. Daar doemt in hun gezichtsveld de Flying Saucer UFO, komt naderbij, blijft even hangen voordat het zijn lichten dooft. Twee politie agenten stapten uit en gingen achter de jongens staan. Sjaak keek even om, een blik van herkenning, maar niemand zei iets. Toen hij zijn hoofd weer had omgedraaid, zag hij dat de deur van het huis open ging. Een oude, grijze man stak vriendelijk glimlachend zijn hand op. Het gedicht ging

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 1989 | | pagina 42