BUITEN
Ik lap de ramen,
galm een passend lied
en loer. Er zit iets,
met salpeter, in de muren.
De buren vol Calvijn
zinspelen op taferelen
die hun niet zinden
maar die ook niet voor
een buitenstaander zijn.
Ze hokken samen.
Hun plaatsen in het dorpscafé
zijn niet in te nemen.
Ik voel me zoals voorgeschreven staat:
een dame.
MIEKE TILLEMAN