BUITEN Ik lap de ramen, galm een passend lied en loer. Er zit iets, met salpeter, in de muren. De buren vol Calvijn zinspelen op taferelen die hun niet zinden maar die ook niet voor een buitenstaander zijn. Ze hokken samen. Hun plaatsen in het dorpscafé zijn niet in te nemen. Ik voel me zoals voorgeschreven staat: een dame. MIEKE TILLEMAN

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 1989 | | pagina 9