e. C GEDICHTEN Slaafse golven, windstilte. Alsof de rivier op weg is naar een krabbel van de baardige schepenschilder. Het uitschot van de vogelstand krijst boven het geplette grijs. Tot er licht lekt uit het wolkendek en een hogere graad van onbereikbaarheid zich afzet op de stugge schepen. Kokend zilver voor de speculant die nu voor anker gaat. De zevende dag vergiftigt, tot aan de hemel dood tij Op alle gezichten de reinkweek van een vrije dag, de luchtbel in het hoofd kan niet ontsnappen. De rituele wandeling voert naar de rivier waar de dijk beloofd heeft nooit meer te bezwijken, waar wind en horizon werken voor de chemie. ANDRE VAN DER VEEKE 29

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 1990 | | pagina 29