e. C
GEDICHTEN
Slaafse golven, windstilte.
Alsof de rivier op weg is naar
een krabbel van de baardige schepenschilder.
Het uitschot van de vogelstand
krijst boven het geplette grijs.
Tot er licht lekt uit het wolkendek
en een hogere graad van onbereikbaarheid
zich afzet op de stugge schepen.
Kokend zilver voor de speculant
die nu voor anker gaat.
De zevende dag vergiftigt,
tot aan de hemel dood tij
Op alle gezichten de reinkweek
van een vrije dag, de luchtbel
in het hoofd kan niet ontsnappen.
De rituele wandeling voert
naar de rivier waar de dijk
beloofd heeft nooit meer te
bezwijken, waar wind en horizon
werken voor de chemie.
ANDRE VAN DER VEEKE
29