SF
domein, en ze had weinig reden om de mensen lief te hebben.
"Ah, Sedna." Hij likte over zijn lippen. "Men ziet haar priesteressen hier zelden." Om de
verdraaid goede reden dat de Kerk van de Tweede Openbaring hen subiet de grens overzette
zodra een demonenruiker hun geur opsnoof. En terecht. Zwarte magiërs had de Gemeen
schap al in overmaat zonder ze te importeren.
De vrouw liep om het bureau heen en nestelde zich in d'Ancy's gemakkelijke stoel. Ze
leunde haar spitse kin op haar gevouwen handen. "Zoals U misschien wel weet, vertrekt de
walvisvloot morgen naar Spitsbergen. Een opvallend grote vloot, niet minder dan twaalf
verwerkingsschepen, vijfendertig jachtboten."
"Naar Spitsbergen? Maar..."
"Precies! Precies! Volgens het Verdrag van Akranes is Spitsbergen een heiligdom van
Sedna, driewerf gewijde grond en oceaan!" Een blos van woede kleurde haar bleke wangen.
"Waar, zolang als ijsbergen zeilen en de poolorkaan raast," citeerde ze het verdrag tussen de
Nederlandse Handelscampagnie en de Verenigde stammen van de Inuit, "nimmer de
harpoen geheven zal worden tegen Mijn kinderen."
De eskimo's hadden het verdrag gesloten als de aardse gezanten van Sedna. Iets wat
allerminst een loze, religieuze formaliteit was geweest.
Zijn vingertoppen voelden ineens ijskoud aan. In de kamer hing onmiskenbaar de geur van
zilt en bevroren bloed. Woorden van een godin, zelfs uitgesproken door een stervelinge,
hadden vaak dit soort bijeffecten.
Hij rechtte zijn rug. "Ik begrijp niet dat de Compagnie toestemming heeft verleend. Zodra ze
aan een bovennatuurlijk verdrag durven turnen, vliegt de Kerk ze meteen naar de strot. Het
wereldse en het bovennatuurlijke zijn streng gescheiden in de Gemeenschap."
Ze schudde haar hoofd. "De bemanning is Nederlands, de schepen ook, maar ze varen onder
Azteekse vlag. Na de moeilijkheden in de Baai van Avente durft de Compagnie nog geen
boertje te laten uit angst de Azteken nog verder tegen zich in het harnas te jagen."
"Een wespennest," zei Hans en die uitspraak leek hem een belachelijke understatement. "En
U wilt natuurlijk dat ik die vloot stop? Persoonlijk?" Hij vermeed zorgvuldig elke vleugje
van ironie in zijn stem.
"Wie voert de vloot aan?" interrumpeerde Enrico. "Of financiert haar?"
"Breedharp, Gerard Breedharp."
Net was Hans nodig had. Breedharp de fundamentalistische multimiljardair. Wiens slogan
"Met demonen geen verdragen!" zo bij de kiezers was aangeslagen dat hij het tot burge
meester van Groot Amsterdam had gebracht.
"Ik begrijp jullie probleem," zei Hans, "Als de Handelscompagnie naar iets met gespitste
oortjes luistert, is het wel naar het zoete rinkelen van geldbuidels. "Hij schudde zijn hoofd,
"Ik ben bang dat ik Uw opdracht zal moeten weigeren."
Erica glimlachte. Haar tanden leken d'Ancy niet helemaal menselijk, kleine konische
staafjes ivoor. "Sedna's vingerloze handen hebben je voorhoofd aangeraakt, de branding
sprak je naam. Nee, d'Ancy, ik vermoed dat weigeren niet tot een lang en comfortabel leven
zal leiden."
"Hoeveel?" vroeg Hans, louter uit gewoonte, "Wat denken jullie me te betalen?" Weinig
interesseerde hem op dat ogenblik minder dan het precieze omvang van zijn honorarium.
"Twaalfduizend en negentien ducaten. Een getal met een grote occulte betekenis."
"Jullie zijn in ieder geval niet gierig." Hij zuchtte. "Goed, laten we drinken op een vrucht-
28