aanzien, macht en vrijheid bezit, naar een institutie, die voor een groot deel in dienst van andere instituties (overheid, militair apparaat en bedrijfsleven) en diens belangen staat. Droomde men vóór 1940 binnen wetenschappelijke kringen nog van een wetenschappelijke élite die binnen de samenleving een belangrijke plaats zou innemen, na 1960 was deze droom geheel verkruimeld en ontstond er zoiets als een wetenschappelijk proletariaat. De vrijheid van onderzoek had plaats gemaakt voor een door andere instituties gestuurd onderzoek. Vooral het bedrijfsleven had de beschikking over het grote geld dat voor het vaak dure wetenschappelijk onderzoek nodig was en benutte dit voordeel door middel van het inzetten van wetenschappelijk onderzoek voor eigen doeleinden, niet in het minst het maximaliseren van de winstpercentages. Volgens Klein wordt deze ontwikkeling, die uiteindelijk tot het pessimisme in het wetenschappelijk wereldbeeld leidt, in de SF-literatuur van de betreffende perioden weerge geven. Ik heb mijn scriptie dan ook voor een groot deel gewijd aan het analyseren van deze SF-literatuur om op deze wijze na te gaan of Klein's theorie houdbaar is. De SF-literatuur van de pré-1940 periode staat inderdaad bol van een ongekend optimisme binnen het wetenschapsbedrijf. In de geanalyseerde teksten zien we de weten schapper als held, zich bedienend van het nodige gespierde taalgebruik ("Push the button and save the world", de ondertitel van de scriptie, is daar een mooi voorbeeld van). Hij is het die met behulp van zijn doorzettingsvermogen en briljante invallen de mensheid voor een naderend onheil - en wellicht uitsterven - weet te behoeden, ondanks de tegenwerking van 'traditionele' elementen, waar de religie er één van is. In het geval van bijvoorbeeld 'Minus Planet' (John D. Clark, 1937) wordt de aarde bedreigd door een uit de ruimte naderend lichaam van anti-materie. De wetenschappers bedenken een plan, waarbij de Maan als projectiel zal worden ingezet om de baan van het anti-materie lichaam te wijzigen. Voor normale, God-vrezende burgers lijkt dit een waanzin nig plan, maar zoals één van de wetenschappers verklaart: "We can spare it. AU it does is produce the tides." Men dient af te rekenen met oude waarden en tradities en vertrouwen te hebben in de wetenschap als nieuwe revolutionaire kracht, ook al lijken diens wegen voor buitenstaan ders vaak ondoorgrondelijk. Alleen op deze wijze zullen toekomstige problemen het hoofd geboden kunnen worden. De vrijheid van wetenschappelijk onderzoek in de pré-1940 periode komt heel mooi tot uiting in 'The Jameson Satillite' (Neil R. Jones, 1931). In dit verhaal heeft een zekere Professor Jameson een methode bedacht om het menselijk lichaam voor eeuwig in zijn originele staat te conserveren. Het menselijk lichaam - Jameson gebruikt zichzelf als eerste proefkonijn - wordt daarvoor na de dood in een capsule de ruimte ingeschoten. Hoewel dit een triviale gedacht lijkt - wat is immers het nut van Jameson's ontdekking? - heeft Jameson de mogelijkheid om het grootste deel van zijn leven aan dit onderzoek te wijden, zonder dat hij daarbij door iemand gestoord wordt. En dat is maar goed ook, want als Jameson na een ramp, die de aarde totaal vernietigd heeft, zijn dode lichaam de ruimte in transporteert, wordt hij gevonden door een buitenaards ras dat de kennis bezit om een dood lichaam opnieuw tot leven te wekken. Had Jameson zich niet in volle vrijheid op zijn onderzoek kunnen richten dan zou het aardse ras nu volledig uitgestorven zijn. 'The Jameson Satellite' is daarmee een waarschuwing. Geef de wetenschap vrijheid 6

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 1990 | | pagina 6