Interview Hoe is het eigenlijk begonnen; niet de tekeningenhet schrijven of waren er nog andere aanleidingen Ja, met beeldende kunst ben ik al langer bezig, tekenen en objecten, maar ik ben daar eigenlijk nooit mee naar buiten getreden. Ik heb ook nog kunstgeschiede nis gestudeerd in de lokalen van de kunstacademie hier in Antwerpen. Maar nadat ik dat boek had geschreven in 1986, moest ik van de uitgever een aantal lezingen doen. In het begin waren dat wat absurde voorlezingen. Daaruit heeft het zich ontwikkeld tot wat het nu is. Vervolgens heb ik dingen geschreven, echt alleen voor op het toneel bedoeld Het boek De meest interessante aspecten van de interessantologie'waaruit is dat dan ontstaan Eerst was er een verzameling dingen, getekende krabbeltjes in beelden, een kunstenaarsboek dus eigenlijk. Ik heb lang met die vorm geëxperimenteerd, het was geen tekenen en geen schrijven, het zat er een beetje tussenin. Vergelijk baar met de conceptuele kunst die door Joseph Beuys eigenlijk tot een hoogtepunt was gekomen. Ik vroeg me af hoe het nu verder moest. Blijven herhalen of iets heel anders? Hier borduurde ik op verder door te proberen op een relativerende manier te visualiseren. Dat ben ik toen in proza gaan gieten. Luister, ik ben natuurlijk geen romanschrijver, dat is een heel ander soort talent. Mijn ideeënwereld is veel meer principieel aforistisch, en dat komt ook heel duidelijk naar voren in het boek 'De meest interessante aspecten van de interessantelogie'. Ook in mijn volgende boek dat binnenkort verschijnt staan korte verhaaltjes, één, soms twee pagina's lang over de absurde drang naar het succes. In zaken maar ook bij vrouwen, ideeën om snel geld te verdienen, en het oogsten van maatschappelijk succes. Het heeft als titel: 'Positieve plannen in negatieve hersenen' en het komt nu binnenkort uit, ook weer bij Nioba. Het manuscript ligt er al een paar jaar, de omslag is klaar. Voor de schrijver is het dan wel frustrerend dat het zo lang duurt. Dan komt ook nog het stripboek uit, maar dat is veel rapper gegaan, een kwestie van maanden. Met dat stripboek heb ik echt mijn zin mogen doen, daar ben ik wel blij mee, het is heel literair ook, het scenario en zo. Vroeger had ik wel eens wat verhaaltjes getekend. Ook bladen die ik liet drukken, onder andere in het Engels en Frans. Maar nu is het dan een echt stripboek geworden, met een voor mij ideale beeldtaal. Clips bijna, en toch ook korte verhaaltjes en aforistische ideeën. Het geeft mij door de vele mogelijkheden die deze manier van werken biedt, de mogelijkheid me goed uit te drukken. En stripboeken worden bij ons veel gelezen. Ze worden dan ook direct in een oplage van vijfduizend gedrukt. In het Franstalige gedeelte leest men trouwens nog meer strips en in Frankrijk en Italië wordt het heel serieus genomen. Daar hoort het echt bij de cultuur. 20

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 1990 | | pagina 20