■■■■■■■■-■■** it-*--*- Hallustracla Optima Forma Soms sterft er iemand die naar je idee al dood was. Ik had die ervaring toen ik in de krant het overlijdensbericht van Yannis Ritsos las. Zo'n verkeerde taxatie van de werkelijkheid bewerkstelligt een aan de gebeurtenis tegen gesteld proces. De ilode komt tot leven. Je ziet hem eten, drinken, slapen, schrijven tijdens de periode van zijn vermeende dood. Deze opstanding uit de dood is helaas slechts kort van duur. Aan het eind van dit leven met terugwerkende kracht wacht diezelfde dood. Voor mij als lezer verandert er in dit geval weinig. Goed, ik zal geen nieuwe bundels van hem kunnen verwachten, maar ilat deed ik toch al niet. Wel kan ik zijn levende gedichten blijven lezen: I let vallen van water op de steen en de klank van het water in de winterzon - stem van een eenzame vogel in de holle hemel hij zoekt ons nog een keer hij maakt weer een zinspeling (op welk 'ja'?) hij valt van heel hoog op de stilstaande bussen waar eeuwenoud de doden in reizen. Sommige critici knagen levenslang mm het werk van 'hun' schrijver. Lieneke Frerichs doet het pas enkele decennia. Zij heeft de schrijver Nescio begeleid van zijn graf naar zijn wieg. Onlangs beet zij zich vast in Titaantjes (doctorm.il scriptie). Als liet haar gegeven is, knaagt ze nog een hele tijd voort. (Als ze niet knaagt groeien haar tanden buiten haar mond.) In tegenstelling lot de schrij ver is haar credo: Ik weet liet. MINOR 4

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 1990 | | pagina 4