Ernst Friedrich Een leven in dienst van de vrede RAATS Het levensverhaal van Ernst Friedrich is de geschiedenis van het Duitse pacifisme in een notedop. Hij maakte twee wereldoorlogen mee en daar tussenin het ontstaan van een totalitair regime in Duitsland. Op de scholen van de keizer viel hij al op door zijn anti-militaristische houding. Als schrijver van anti-militaristische boeken en overtuigd pacifist bracht hij in de loop van zijn turbulente leven zo'n tien jaar in gevangenissen door als gevolg van zijn idealisme dat hij altijd trouw is gebleven. Desondanks hing de arrogantie van de verschillende machthebbers hem flink de keel uit, getuige zijn uitspraak: ik heb gezeten onder Wilhelm, onder Ebert, onder Hindenburg en onder Hitler. Ik had er schoon genoeg van.' Geboren in 1894 in Breslau stond Ernst Friedrich aan het begin van een lang en moeizaam bestaan. In het Duitsland van de eerste wereldoorlog, met militarisme en heldendom als hoogste goed, viel hij al snel op door zijn pacifistische denkbeelden, zijn honger naar literatuur en zijn geschriften, die hij voordroeg in de culturele clubs van de toenmalige arbeidersjeugd. In 1911 sloot hij zich op zeventienjarige leeftijd aan bij de Socialistische Partij. Hij moet daarbij met zijn geboortedatum hebben geknoeid, want de wet stond toetreding pas toe bij 18 jaar. Praktisch gezien was hij eigenlijk al op z'n veertiende lid van de SP omdat hij toen al inge schreven stond bij de Associatie van Jonge Arbeiders, een organisatie van de Jonge Socialisten die wettelijk was toegestaan. In de loop van de eerste wereldoorlog bezorgden zijn anti-militaristische boeken hem een eerste confrontatie met de overheid. In 1914 werd hij geïnterneerd in een 'asiel' ter observatie, want niemand geloofde dat een jonge Duitser tegen het militarisme kon zijn. Zijn gedreven pacifisme maakte hem verdacht in de ogen van de machthebbers. En toen hij tijdens de oorlog de Onafhankelijke Socialistische Partij oprichtte was zijn lot bezegeld. Deze keer geen asiel, maar rechtstreeks naar de gevangenis. Hij werd in 1917 in Potsdam gearresteerd en bleef opge sloten tot het einde van de oorlog. Na 1918 besloot hij zich in Berlijn te vestigen om zich te wijden aan het schrijven van boeken tegen de oorlog en leefde van de opbrengst van zijn literaire publicaties en bijdragen aan theaterprodukties. In 1921 ver scheen 'De Kindertuin van het Proletariaat', een soort anti-militaris tische cathechismus. De politie had al snel in de gaten dat zij belachelijk 27

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 1991 | | pagina 29