Klacht van een Zeeuws-Vlaming george sponselee
Terecht kan ons verweten worden dat we geen klachten dienen te
hebben: wie vrijwillig in Zeeuws-Vlaanderen blijft wonen, dient de
consequenties daarvan zelf te dragen. Daar is wat voor te zeggen, al
bevalt het ons er toch wel. Dat kan mogelijk aangemerkt worden als een
afwijking. Het zij zo. We zullen er meteen een tweede aan toevoegen:
alles wat geschreven is door, over en voor Zeeuwen en Zeeland
verzamelen, alles in eigen bezit willen hebben. Misschien een wat
hebberig trekje, mogelijk ook erg kortzichtig. Waarom alles zelf willen
hebben als we allemaal te zamen uit de provinciale pot - uit eigen
middelen dus - lokale en regionale bibliotheken voor veel geld in stand
houden? Waar zijn die dan eigenlijk voor? Ook weer waar, maar aan de
andere kant bedenken we dan dat de oplagen van drukwerken altijd
zodanig zijn dat het produkt niet enkel voor bibliotheken bedoeld kan
zijn. We doen dus vermoedelijk iets legaals, misschien zelfs nog wel iets
prijzenswaardigs. Wij willen er dan ook mee doorgaan: aanschaffen wat
nieuw is, direct na verschijnen en verder bij antiquariaten, tweede
handszaken en op rommelmarkten datgene zoeken en vinden wat ons
ontgaan is en dat daarom nog in de collectie ontbreekt. Op zich een
onschuldig tijdverdrijf. Het lijkt ons heel wat minder laakbaar dan
sterke-drankgebruik op gemeentekosten of het doodschieten van over
winterende ganzen. Met niet al te veel moeite zou je het nog veiligstellen
van regionale en provinciale cultuurschatten kunnen noemen en dan
begin je toch al aan subsidie te denken.
Waar gaat het om? Om lectuur of literatuur? Het doet er niet toe. Alles.
Het betreft zowel M.J. Geuze's Het Leven op een Zuid-Bevelands Dorp rond
1900, als een nieuwe bundel van Johanna Kruit, een nieuw werk van
Houtermans of een volgend fotoboekje over Zierikzee van de hand van
Cor Pols.
Wil je bijhouden wat er nieuw verschijnt, dan ben je aangewezen op de
regionale kranten, op de boekhandels, de direct-mailing van uitgevers
en/of boekhandels of op het Zeeuws Tijdschrift bijvoorbeeld.
Het Zeeuws Tijdschrift bezitten we vanaf de eerste jaargang; vanaf de
negende, menen we, zijn we er op geabonneerd. Je komt er wel wat uit te
weten. Neem nu de bespreking in nummer 6 van jaargang 40 (december
1990), pagina 237:
17