Ergens eenzaam en alleen JAN BEE LANDMAN Alleen. Martenglass in een steeds verder afkoelende flat ergens in Warszawa. Het tartte zijn zelfbewustzijn. Hoe had het zover met hem kunnen komen? Veel moest hij in zijn onnozelheid gezondigd hebben om het fortuin zo te mishagen. Waarom was hij niet gewoon getrouwd met een half mud vrouwenvlees? Keus te over uit de tientallen dames die zijn bed gekruist hadden. Dan zat hij nu genoeglijk in een eengezins woning in Prins Alexanderstad, misschien zelfs een schakelbungalow in Capelle aan den IJssel. Knuffelig samen met moeder-de-vrouw op de bank, des avonds, voor de beeldbuis, terwijl het moegespeelde kroost te bed lag. Kon het idyllischer? Niet, vanzelf, in de verbeelding van een vereenzaamd man. Maar wat als de harten bekoeld waren? Wat als vrouwlief rechtop ging zitten bij zo'n eigentijdse film waarin de misdeelde huisvrouw het avontuur zoekt? En wat als hij meer in het kruis voelde bij het zien van Miss Sierra Leone dan bij het betasten van zijn eigenste ega? Dat zou problematisch zijn en noodde tot uiterste behoedzaamheid. Neen, hij hield het voorlopig maar bij zijn lijfliederen: 'Solitary Man' van Neil Diamond en 'I'm just sitting on a fence' van joost mocht weten hoe die gasten heetten; twee filosofisch doortimmerde werkjes die benadrukten dat men beter tachtig jaar alleen kon blijven dan een maand met de verkeerde verkeren. Een diepe zucht ontsnapte Martenglass. Hij keek rond. De flat behoorde toe aan een nicht van een schoolvriendin van een bekende van Monica. Gewoonlijk vond hij het boeiend om de kamer van een ander te bekijken, zo veelzeggend als dat kon zijn: de tastbare neerslag van iemands wensen en noden, de weerspiegeling van een innerlijk. Meestal was een enkele blik op de boekenkast voldoende. Stonden daar slechts enkele werkjes op praktisch gebied, een encyclopedie en wat actuele romannekes dan kon men maar beter meteen de jas aanschieten en afscheid nemen, want eer viel aan de lijd(st)er aan dergelijke geestes armoede toch niet te behalen. Hier, in Polska, lag dat anders. De wetten van vraag en aanbod bestonden hier niet, had Monica hem verteld. Boeken waarnaar miljoenen hunker den werden in een oplage van een paar duizend gedrukt, maar werkjes waarop niemand zat te wachten rolden met z'n tienduizenden van de persen. Het bezit ervan zei dus weinig en hetzelfde gold waarschijnlijk voor de rest van de karige en fantasieloze inboedel. De flat had maar één kamer, zodat het meubilair zich had moeten 21

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 1991 | | pagina 23