Isis en haar goddelijke vriendinnen
Van hoge rotsen druipt het
avondrood.
De wind waait
door uw kleren heen.
Het lied klinkt vals en
bodemloos.
Bij de citroenboom zingt een ezel uit
antieker tijd. Verblind is hij
waar hij gebiedt:
'Knielt! Ik ben alles wat
ooit was en is en zijn zal.
Mijn sluier heeft geen sterveling gelicht.'
Waarop, verheven, niets gebeurt.
Geen voorhang scheurt.
Geen kruis wordt opgericht.
74