correspondeerde wat af! En maar kakelen over Monstra en Wan schepselen, Kanker aan de Borsten, over Hydrocephalus, Toevoeging van Zeezout, Eenparigheid in de Nederduitse Spelling en de Kruid kunde van Miller en Linnaeus! Wat gingen mij de beslommeringen van deze universele piskijker aan! Hoeveel van deze bezoeken zou ik nog af moeten leggen, hoeveel vertrouwen nog moeten winnen, vóór men mij toeliet tot de binnenste kring van dit grazige eiland, waar goud en aanzien verdeeld werden door de onaantastbaar gefortu- neerden? Maar Balster had geen boodschap aan de dingen die tellen. Hij wist daarentegen alles van schelpen. Balster had een tuin geërfd die hij het Zonnehof noemde - het Zonnehof, in een luchtstreek gekenmerkt door ondoordringbare wolkendekken, hardnekkige neerslag en zoute wind - en waar hij als een van de eersten in onze Republiek goudvis sen kweekte. Goudvissen! Zeker was hij een gezien en zeergeleerd man, mijn confrater, maar wat kon je aanvangen met zijn schatten? 'En nu, meneer Kamerink,' zei de verschrompelde cycloop met een kinderlijke glimlach, 'nu heb ik u iets bijzonders te tonen. Volgt u mij alstublieft.' 'Zeer graag, waarde doctor, 'k ben razend benieuwd.' We verlieten het benauwde vertrek met de boeken, de gruwelplaten, de zee-artisjokken, koraalstenen, perspectiefglazen en dito schilde rijtjes, hoorntjes, schulpen, vijzels, fiolen, blaaspijpjes, anatomische mesjes, toetsstenen en potscherven uit de Heidense Voortijd, en daal den van de eerste etage af naar het grote voorsalet. Voor de deur hield doctor Balster halt, keek me aan met glinsterend oog, beduidde me met een vinger op de lippen stil en aandachtig te zijn, en opende voorzichtig de deur. 2 Aan de tegenoverliggende wand verrees een pompeus en kolossaal buffet; de zijden van de opbouw ijlden in sierlijke S- en C-krullen naar elkaar en het plafond, om elkaar op het snijpunt te ontmoeten in de gezwollen gestalte van een zeemeermin. Het gevaarte met zijn ranken en ornamenten bestond geheel uit schelpen en versteende zeegewas sen. Inlegwerk van potvissen, overdadige schelpfestoenen en mari tieme hoornen des overvloeds sprongen de beschouwer in veel kleurige schulpigheid tegemoet. 14

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 1993 | | pagina 14