Triumph Robbert Jan Swiers Het was mistig. Het grote plein voor het stadhuis was in een dikke nevel gehuld en het stadhuis zelf was niet te zien. De silhouetten van de ijskraam en de fritestent doemden op uit de mist. Hij rilde, want het was koud en het klamme vocht leek door al zijn kleren heen te dringen en zich te nestelen op zijn blote huid. Die ochtend was het ook al zo koud geweest en het had uren geduurd voor hij weer een beetje op temperatuur was gekomen. Alle warmte leek uit hem weg te stromen. Dat kon vanavond nog gezellig worden. De kachel in zijn flatje was kapot en de reparateur zou pas de volgende dag komen. Hij sloeg aan het eind van het plein naar rechts en reed over het als fiets pad bedoelde stuk trottoir in de richting van het monumentale stad huis. Links en rechts van hem passeerden wandelaars die maar net snel genoeg waren om voor hem uit te wijken. Hij wist dat hij in zijn gelijk zou staan als hij er één tegen de vlakte zou knallen en voelde zich machtig op zijn fiets. Hij begon er zelfs wat harder van te rijden. Vlak bij het stadhuisplein, waar hij langs wilde rijden om een winkelstraat in te fietsen, dook er ineens van rechts een andere fiets op uit de mist. In een flits schoot het door hem heen dat die fietser voorrang had. In diezelfde flits nam hij de beslissing om toch te proberen voor die fietser langs te komen en zijn vaart erin te houden. Hij had geen zin om te remmen. De andere fietser leek de wijste van de twee en hield in. Hij keek even wie het was. Een jonge vrouw van een eindje in de twintig keek terug. Ze had kort, zwart haar, dat in grappige pieken om haar hoofd lag. Haar donkere ogen werden ver sterkt door mascara en eye-liner. Ze had een smal, maar geen spichtig gezicht en knikte hem vriendelijk toe, alsof ze niet had gemerkt dat hij haar had gesneden. Misschien dacht ze dat ze allebei fout waren geweest. Ze had handschoenen aan en een lange koetsiersjas, waar onder een zwarte broek met wijde pijpen die twee prachtige enkel partijen vrij liet die in zwart nylon waren gehuld. Zwarte pumps met zeer hoge hakken maakten het beeld compleet. Hij keek haar op nieuw aan, met andere ogen, die interesse uitdrukten. Ze keek warm terug en even later was ze verdwenen in de mist. Hij dacht nog even over haar na en vergat haar toen al snel. Het was een van de vele ont moetingen die een mens in de loop van een dag kan hebben. Het schoot hem alleen nog even te binnen dat ze dezelfde fiets had als hij, zij het in een damesmodel. 23

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 1993 | | pagina 23