voor middeleeuwse studies. Hij had zijn observatiepunt zorgvuldig gekozen en zag zich nu omringd door vele halfnaaktloopsters. Naast hem zat een enorm vrouwmens op de rand van de overgang, vet en vadsig, blinkend van zonneolie en zweet, haar massieve zoogklom- pen sidderend onder hun eigen gewicht bij de minste beweging. Ze was in het gezelschap van een mager, schichtig man gekleed in een korte broek en een T-shirt met een afbeelding van Mickey Mouse. Het was een netelhete dag, windstil, niet geheel helder zodat de hori zon wazig was en de hemel eerder vaalgrijs dan blauw, maar de zon pulseerde gewelddadig, als een toornig hart, een vloeibare warmte uitpompend die zich verzamelde op het voorhoofd van Martenglass in traag lekkende druppels. Een ongewone stilte heerste op het over bevolkte strand: slechts een zwaar, slaperig gemor, met een paar schrille uithalen van kinderstemmen. De kalme zee was onhoorbaar. De uren verstreken. Het duurde tot drie uur voordat het eerste hoop gevende teken verscheen. De tepels van de vette vrouw naast Martenglass begonnen van kleur te veranderen, van mocca naar karmozijn. Aangezien ze lag te braden met de ogen dicht had ze geen besef van de wonderen die in haar anatomie plaatsgrepen. Marten glass rilde van genot. Haar man was zogenaamd verdiept in Elementaire Economie, deel 2, maar begluurde in feite ieder pond vrouwelijk vlees dat voorbij drilde. Zo nu en dan wierp hij een snelle blik opzij naar zijn partner en daarbij ontdekte hij tenslotte de verandering in haar pigmentatie. Zijn onderkaak zakte zeker vijf centimeter omlaag bij het zien van de borsten van zijn vrouw, waarop de scharlaken gloed zich gestaag uit breidde, doorspekt met knalgroene vlekken. Het kostte de arme man ettelijke minuten om te reageren op wat hij zag. Toen viel zijn boek in het zand, spiedde hij om zich heen als een betrapte spion en stoot te zijn vrouw aan. Zonder haar ogen te openen knorde ze iets onverstaanbaars. Hij stootte haar opnieuw aan, "Nok ermee, Eduard, wil je?" "Maar Sofie, liefje. Kijk toch eens wat er gebeurd is met je... eh... borsten." Zij opende een oog en schoot overeind. "Jakkes!" gilde ze, en maakte met haar handen vegende gebaren over haar borsten. "Wat is me dat? Soms een stomme grap van jou?" "Maar Sofie," stamelde de man. "Je weet dat ik nooit grappen maak." De vrouw greep een van haar borsten alsof het een klomp deeg was 19

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 1993 | | pagina 19