radio's, geen kindergeschrei, geen gepraat, niets. De natuur begon
zich op de dringen: wolken, regen, de zee, de branding. Plotseling
spoelde vlak voor m'n voeten een fles aan. Hij was leeg, maar de kurk
was verzegeld en er zat een brief in. Snel las ik de tekst. Het was een
brief, een wanhoopskreet van een vrouw uit Termunterzijl. Snel las ik
de tekst:
Daar zit ik in Termunterzijl
Ik schrijf dit vers in allerijl.
Ik kan er niet meer tegenop:
Het leven is een grote strop.
Wat mij betreft: ik kap ermee.
En werp me eigen in de zee.
Een huisvrouw.
30