Een spookstad aan de Schelde Paul de Schipper
Er zijn stadjes waar je met een wellustig gevoel doorheen kan dwalen,
tastend naar herkenning, iets eigens van nu of van toen, het liefst in
harmonie.
Arm Terneuzen.
Misschien als een dwaas met een simpel hart zoek je er naar dingen
die vanonder een mysterieuze stoffigheid diepte geven, de alledaagse
vluchtigheid neutraliseren.
Niet in Terneuzen.
Een winkelstraat waar de gemelijkheid van de stenen straalt en de
herfstwind rond onechte meerpalen kiert. Etalages blozen er vol
schaamte over hun aanbod van eentonigheid.
Treurige leegte. Terneuzen op een doordeweekse avond warmt je met
de koestering van een diepvieskist. Geen houvast, kilte slechts,
gebouwd op een ondergemetseld verleden, dat zelfs geen littekens
naliet. Zoekend naar de door Huizinga geformuleerde historische
sensatie stuit je er slechts op een spook. En zelfs dat is mogelijk nog
gestolen.
Het ononderbroken woelen van het water van de Westerschelde
produceerde aan haar oevers vlottend land. Dorpen gingen na een
generatie weer onder. Soms borg God het water in de kelders en liep
de zee zich stuk op een zandkorrel. Op een emmer zandkorrels,
achtergelaten door de eb, groeide Terneuzen. Een nederzetting be
woond door een rekkelijke soort Zeeuwen. Een dorp aanvankelijk,
een smalle haven van hutten en plankjes. Waar nu op de Markt de
parkeerautomaten staan, zeulde Leunis de Clerck rond 1580 's avonds
met de boom die de haven afsloot. Brabantse mosselvangers betaal
den per mosselschuit twee gulden als heffing om de vervallen kade te
kunnen repareren.
Nog in 1705 is er sprake van 'groot verval van de stadskaaien'. Ar
moedige mosselaars, veerschippers, scharrelaars van de waterkant,
schuiten met militair volk, dat waren de klanten van de Terneuzense
havens. De koopvaarders? Die voeren langs Zierikzee en Bergen op
Zoom naar Antwerpen of langs Biervliet over de Braakman naar Gent.
Niet naar Terneuzen.
En toch moet daar rond die tijd een middelgroot spiegelschip ver
trokken zijn, een oceaangereed vrachtschip met drie masten, twintig
17