verhaal, al behoort het tot de typisch Nederlandse volksverhalen, nooit echt populair geweest is in de zin van algemeen bekend zoals bijvoorbeeld het Vrouwtje van Stavoren en vele andere sagen, die wellicht door hun plaatsgebondenheid en hun concrete verhaal inhoud met levendige karakteristieke personages meer tot de ver beelding spraken. De Vliegende Hollander is een buitengewoon mager en vaag verhaal, even schimmig en ongrijpbaar als het spook schip zelf. Als de verhaalgegevens zo gering zijn is het begrijpelijk dat de varianten talrijk zijn; de verbeelding van de verteller heeft genoeg ruimte voor eigen invulling. Toch is het weer merkwaardig hoe weinig invloed de sage heeft gehad op de Nederlandse literatuur. We zijn een zeevarende natie, maar de gedoemde zeekapitein is zeker geen symbool geworden van Hollands Glorie. Kapiteins als Michiel de Ruyter, Piet Hein, de Evertsens, Bontekoe, Barentsz en Heemskerkck e.a. stellen als symbolen van moed, vastberadenheid en doorzettingsvermogen en nog een aantal veelgeprezen vaderlandse zeemansdeugden hun eeuwig varende collega ver in de schaduw. Hoever de invloed van deze schimmige zeekapitein zich uitstrekt in onze jeugdliteratuur heb ik niet onderzocht, maar afgaande op enkele steekproeven mag ik aannemen dat ook die beperkt is. Kalff, de enige bron Aan dr. G. Kalff jr. komt de eer toe de meest uitvoerige studie in Nederland gewijd te hebben aan de Vliegende Hollander. In 1923 publiceerde hij het boek De Sage van den Vliegenden Hollander naar behandeling, oorsprongen zin onderzocht door Dr. G. Kalff Jr., leer aar aan het Amsterdamsch Lyceum. Met platen en vignetten van Oswald Wencke bach (Zutphen, W.J. Thieme Cie). Met het geduld en de taaiheid, een Hollander waardig, heeft hij een zeer uitgebreid vergelijkend literatuuronderzoek gedaan naar de lot gevallen van de sage in de Westeuropese literatuur. En om sporen van herkomst en verwantschap te vinden, waar ook ter wereld, schuwt hij onderzoek van de Griekse, Romeinse, Oudindische, Keltische, Noorse en andere culturen niet. Kortom een grondige inventarisatie van alles wat te maken heeft met de geheimen van de zee en haar avontuurlijke zeevaarders. Uit het onderzoek naar de invloeden van de sage op de Angelsaksische, Franse, Duitse en Nederlandse litera tuur blijkt het hoogtepunt te liggen in de negentiende eeuw, de eeuw van de Romantiek. Kalff schrijft hierover: 'Dat het gegeven (het 44

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 1993 | | pagina 44