met begrippen het slagveld van de wereld, maar blijft binnen de eigen
muren om het wapentuig aan eindeloos onderzoek te onderwerpen.
In een gelijkaardig maar averechts beeld werd dit door Wittgenstein
ergens in de Philosophical Investigations zo uitgedrukt: 'De filosofie
is een kruistocht tegen de begoocheling waarmee de taal ons denken
in haar ban houdt.' In Nederland had Frederik van Eeden overigens
vijfentwintig jaar voor de verschijning van Wittgensteins beroemde
Tractatus Logico-Philosophicus zijn Redekunstige grondslag van verstand
houding (1897) gepubliceerd, de eerste studie in 'significa', de Neder
landse wijsgerige beweging die zich gedurende ongeveer een halve
eeuw - veelal kwijnend - zou bezighouden met de 'betekenis van de
betekenis'.
Al dergelijk grondslagenonderzoek heeft het waanidee van de
'eigenlijke' betekenis aangetoond: betekenis kan niet los worden
gezien van fluctuerend, intersubjectief gebruik van taal; van con
texten van andere betekenissen - van de woorden die de betekenis
belichamen dus. Een gezamenlijke, metafysische bron van beteke
ning en werkelijkheid is nimmer aangeboord.
Sinds dit dagen van de totale onzekerheid is het proces van
uitdijende specialisatie en wetenschappelijke produktie steeds ver
sterkt doorgegaan. We zitten met een tweeledige situatie: over
alles wordt steeds meer gezegd, maar de zeggingskracht van het
gesprokene is sterk gedevalueerd. De voordracht en het discours zijn
ondergegaan in verbale kakofonie. Het woord heeft zich als het ware
exponentieel voortgeplant en om de wereld gelegd; het vormt daarop
laag na laag, en het 'betekende' is verdwenen onder dikke korsten van
betekenis.
Maar de capaciteit van het verstand heeft grenzen. Er is een eind aan
de verwerking of 'computatie' van feiten; aan de digestie van opge
nomen kennis. Hoe meer we over een onderwerp te weten komen,
hoe terughoudender we zijn om er iets definitiefs over te zeggen.
Het woord heeft zich dus opgeblazen en uitgehold. Onder het
primaat van de visualiteit - als dat er niet was, dan is het er nu - en
dank zij de technologische ontwikkeling die zich niet om waarheid
maar alleen om operationele vooruitgang bekommert, wordt het
nu gesecondeerd of zelfs naar de achtergrond gedrongen door het
naakte beeld. De weg naar het beeld vanuit de primaire voorstelling
van de werkelijkheid die zich aan het bewustzijn meedeelt, is alleszins
korter dan de verbale omweg.
12