blanco achterkant. En als de dood zijn visitekaartje afgeeft valt er al
helemaal niets meer te zeggen - althans niet wanneer het gaat om de
concrete dood. Maar de algemene, abstracte of emblematische dood!
Dat is een spook ter bezwering waarvan het woord zich altijd subliem
heeft doen gelden. Het heeft daarbij nooit 'de' waarheid kunnen
spreken. Het was de taak van de muthos, het verhalende woord, om
psychosomatische waarheden te spreken, om het afgrijzen te onder
drukken met geneeskrachtige spookverhalen. De mythe, door Joseph
Campbell zo treffend the song of the universe genoemd, berust niet op
een ziekte van de taal; de bloedarme wetenschappelijke talen zijn eer
der een ziekte van de mythe.
Van onomatopee tot propositie, van 'weten' via 'weten dat we
weten' tot 'we weten eigenlijk nergens iets van': het woord is zijn
plaats gewezen, maar het zat zelf op de rechterstoel. Wanneer in een
tekst dan ook de ondergang van het woord wordt verkondigd be
tekent dit dat het woord vooralsnog springlevend is, en trouw aan
zichzelf. Het is aan de lezer of hij op zijn beurt het woord trouw wil
blijven, en wil standhouden in de opvatting dat de sprekende film
van de werkelijkheid nu en dan te verkiezen is boven de stomme, in
welk modieus kader de laatste ook opgeld doet.
1. Oorspronkelijke titel: The tree of knowledge: the biological roots of
human understanding (Boston 1984).
2. Opgenomen in Interpreting Folklore (Bloomington 1980), 86-92.
14