onderdelen als de coherentie tussen die onderdelen laten weinig
ruimte over voor het toeval. Omdat in het laatste gedicht de thema
tiek van het eerste, hoewel gewijzigd, terugkeert zou men van een
cyclische compositie kunnen spreken. Na bespreking van de formele
en inhoudelijke kant van de poëzie zal ik deze weloverwogen opbouw
en de consequenties ervan opnieuw aan de orde stellen.
Formeel en inhoudelijk
Op de flaptekst van de bundel staat de mededeling dat Het Sacrament
van de Sneeuw een keuze is uit een reeks van veertig strofische verzen.
Daaruit zijn er 19 geselecteerd Enerzijds maakt deze keuze al te stel
lige en definitieve conclusies omtrent de structuur te prematuur,
anderzijds mag men aannemen dat de bewuste opzettelijkheid van
een selectie een weloverwogen compositie in de hand heeft gewerkt.
De bundel bevat 19 gedichten (voor het gemak van de aanduiding
nummer ik ze van 1 tot en met 19) Ze bestaan elk uit twee regel
matige rijmloze strofen van vijf regels. In totaal dus 10 regels per
gedicht. Er is dus sprake van een strakke regelmaat in de versificatie.
Het zal duidelijk zijn dat dit de eenheid en de samenhang van de
reeks bevordert. Tevens doet deze regelmatige vormgeving ook een
inhoudelijke coherentie verwachten.
Op grond van de voorliggende tekst kom ik globaal tot de volgende
bevindingen,die ik daarna aan de hand van de afzonderlijke verzen
zal adstrueren. De eerste vijf gedichten en het laatste gedicht (19)
stellen duidelijk een belangrijk thema van de bundel: nl. de poëzie.
Dit thema is geen onbekende vreemdeling in dichterland. Het is een
veelgebruikt en geliefd thema en de meeste dichters na Achterberg
hebben er zich aan gewaagd. Wat is poëzie? Hoe ontstaat ze? Wat
bewerkt de dichter? Wat is zijn materiaal? Wat is zijn handwerk?
Berust het op magie? Of op onnavolgbaar vakmanschap? Er zou een
dikke bloemlezing samen te stellen zijn met gedichten over gedich
ten. Zolang nog niemand definitief bepaald heeft wat poëzie is (en
dat zal ons ondanks de nog steeds onovertroffen poging van Vestdijk
nooit overkomen), zal het poëtiseren over poëzie doorgaan. André
van der Veeke centreert de eerste vijf gedichten rond het thema
poëzie. Hij sluit daarmee, zoals ik al gesignaleerd heb, ook de bundel
af. Secundaire thema's die daarmee verbonden voorkomen zijn
eenzaamheid, liefde en dood.
De tweede reeks (de nummers 6, 7, 8 en 9) vertoont samenhang door
het thema liefde, dat hier de boventoon voert. De liefde wordt hier
18