Conclusies
Ik signaleerde reeds de bewuste compositie en de cyclische bouw van
de bundel. Het is de dichter Nijhoff die er in een van zijn kritieken op
wijst dat een bundel een samenvoeging kan zijn van losse gedichten.
Of dat er in die samenvoeging zelf nog een zekere zin valt te be
speuren.
is dit laatste het geval, dan geeft dat aan een bundel een merkwaar
dige toevoeging van organische bewustheid, van eenheid in eigen
wereld, een zekere tijdloosheid. Nijhoff spreekt van een dieper soort
schikking, in naar een doel voortgaande afdelingen, die buiten de
verzen zelf al een geestelijke strekking uitdrukken, en daardoor een
extra dimensie toevoegen aan de gedichten. Deze extra waarden waar
Nijhoff van spreekt zijn zeker ook aanwezig in Het Sacrament van de
Sneeuw, door de weloverwogen compositie waarmee de dichter de
verzen heeft gerangschikt. Mede op grond van een aantal belangrijke
thema's die door de dichter op een originele manier aan de orde
worden gesteld, meen ik dat André van der Veeke een opvallende
bundel heeft geschreven. Het is poëzie die in eerste instantie tamelijk
cryptisch lijkt, maar ze is zeker niet duister en abstract zoals veel
gedichten van de 'Abstracten' bij wie het gissen blijft naar beteke
nissen. Bij mijn weten heeft de pers weinig aandacht aan de bundel
besteed. Het is tenslotte een bescheiden uitgave in een reeks die in de
media reatief weinig aandacht krijgt. Al zal deze poging tot ontraad
seling het raadsel van de poëzie niet opgelost hebben, moge ze dan
een bijdrage zijn om de waarde van Het Sacrament van de Sneeuw al le
zend opnieuw te ontdekken. 'Het licht werkt hard op de akkers,' dicht
André van der Veeke. Dat het licht op zijn poëtisch akkerland dat
eveneens moge doen.
Literatuur
Thomas van Aquino, Adoro te Hymne op het Sacrament.
Martinus Nijhoff, Verzameld Werk II, 1 (Z. pl.), 203.
Octavio Paz, El arco y la lyra, Vert. De boog en de lier (uitg. Meulenhoff,
1984).
24