'Zie je wel,' riep ze triomfantelijk en klopte me op de schouder. 'Jij hoeft er nog maar naar te wijzen en hij doet al wat. Dat krijg je best voor elkaar, daar twijfel ik geen moment aan. Zo'n knappe vent.' Grommend ging ik door de knieën, want als ik nee zeg is het ook ja en dat weet ze. 's Avonds zette ik de klok voor me op tafel en haalde aan de achter kant het luikje eraf. Aan dat luikje was een metalen spiraal bevestigd die werd aangetikt door een stangetje dat uit het uurwerk stak. 'Ping' deed de spiraal als je er tegen tikte. Blijkbaar een extra waar schuwing ingeval de koekoek zou komen te overlijden. Aan het uurwerk zelf kon ik niets bijzonders ontdekken. Omdat er geen radertjes of schroefjes uitvielen nam ik aan dat dat wel goed zat. Bovenin de klok zaten twee blaasbalgjes die ieder op een andere toon hoogte 'oek' deden als je er op drukte. Tegelijkertijd trad een tuimel- mechanisme in werking waardoor het vogeltje een zwiep kreeg en naar voren schoot. Het deurtje ging dan open, zodat het beestje de gelegenheid kreeg zijn hart te luchten. Het was allemaal heel knap bedacht moest ik toegeven. Maar uit eigen beweging deed het ding geen pest. Alles zat muurvast. 'Toch geeft-ie geluid,' zei mijn vrouw, die deskundig over mijn schouder meerepareerde. 'Dat doet mijn achterwerk ook,' zei ik en ontweek handig de vaat doek. 'Pas nou op, anders doet-ie straks helemaal niks meer.' 'Misschien moet hij wel olie,' zei ze terwijl ze hongerig in het binnenste staarde. Een goed idee. Ik druppelde olie op het uurwerk en vergat ook de blaasbalgjes, het wipmechaniekje waarop het vogeltje zat en de slinger niet. Donkere vlekken verschenen op de tafel toen de olie geniepig uit de klok drupte. 'Jezus Christus!' riep mijn vrouw en legde er snel een krant onder. 'Het trekt er zo wel in,' zei ik geruststellend. Ik drukte voorzichtig met beide vingers op de blaasbalgjes. 'Brlloek-brlloek,' deed het vogeltje, alsof het in zijn drinkbakje was gevallen. 'Je hebt hem verzopen,' zei mijn vrouw. Ik legde de klok terug in het doosje. 'Hij moet nu rusten,' zei ik plechtig. 'Morgen kijk ik hem wel verder na.' Ik plaatste het doosje op een plank in de boekenkast en zette de T.V. 28

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 1994 | | pagina 28