voorstelling van ons. De manifestatie van het Gans Andere kan daarbij worden gereduceerd tot een hersenstoornis, of desnoods verklarend worden omschreven als 'wereldstoornis': min of meer per ongeluk ontstaat 'waarneming' van de versluierde zijnsgrond, van de krachtbron van alle verschijnselen; een waarneming die even de scheidingswanden doet wegvallen, zodat het van geen enkel belang meer is wie of wat nu eigenlijk wie of wat projecteert. - En misschien is het Gans Andere wel de groteske schaduw van onze eigen vervreemding, van het angstige besef van onze eindigheid, die nu en dan verkillend over ons beperkte blikveld valt alsof een enorme wolk voor de zon is geschoven. 5. Voor het bezweren van de dodelijke val waarin we allemaal sinds onze conceptie zitten en het vastleggen van de numineuze ervaring die we desondanks kunnen hebben - de val kan een doorgang zijn - hebben we de Mythe met alle tijdgebonden derivaten, zoals het SF-verhaal. En voor de al of niet schroomvolle benadering van het numineuze is er de cultus. De SF&F, de science fiction fantasy, heeft als schijnbaar profane aangelegenheid niets van doen met religieuze rituelen, al zijn er SF-auteurs die carrière maakten in de pseudoreligie, zoals Ron Hubbard, grondlegger van de scientology. Maar als substituut voor de rite heeft men zich gewend tot de ceremonie, het profane ritueel. Daarom misschien het woud van tekens en symbolen waarin de subcultuur van het SF-fandom rondwaart; de hiërarchie van medewerkers aan 'cons' (conventies), de biddings, awards, spelen, toastmasters, officiële banketten en wat dies meer zij. Om 'waarheid' of 'zuiverheid' gaat het daarbij net zomin als in de santenkraam van de collectieve religieuze praktijk. Er is pulp en volkse heisa, kermis, zang en dans, èn er is folterend zelfonderzoek en nobele spiritualiteit. De practicant moet zelf maar uitmaken in welke hoek hij zich 't liefst begeeft; maar elke tempel heeft zijn wisselaars. Misschien moet hij dus acht slaan op wat Erik van Ruysbeek in Diogenes voor de drempel (1971) schreef over zijn ervaringen met de H. Moederkerk: 'Ze praatten mij zot maar tenslotte was ik mijn geld kwijt.' 9

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 1994 | | pagina 41