kokende water uit de ketel in de theepot en zocht met haar andere hand naar de theezakjes in het keukenkastje. In haar haast stootte ze een blikje om dat kletterend op het aanrecht viel. "Droste" stond er op. Ze herkende het onmiddellijk. Het was van haar vader geweest die het altijd bij zich had als hij weer eens op rattenjacht ging. Een paar dagen later kwam hij haar dan de oogst laten zien. Een aantal dooie ratten, half verwrongen en uitgedroogd, en altijd zette hij het blikje weer terug in het keukenkastje. Een rare plaats eigenlijk, maar ze wist niet beter. Het had daar altijd al gestaan. Ze trok voorzichtig het dekseltje er af. Het blikje zat halfvol met bruine korreltjes. "Je moet ze oplossen," zei haar vader altijd. "Anders vreten die krengen ze niet. En nooit met je handen aanraken. Dat ruiken ze. Het beste kun je een theelepeltje gebruiken om te roeren." Een diepe rust kwam over haar heen bij de gedachte aan haar vader. "Komt er nog wat van?" Haastig bracht ze alles in gereedheid en liep met het dienblad naar de kamer. "Je thee komt er aan, lieverd," hoorde hij haar roepen. "Dat was niet netjes van je Bets," zei de rechter. "Dat is waar, juts," zei Bets, die wel eens naar Amerikaanse series keek, "maar 't was geen doen meer." "Ik begrijp het," zei de rechter. "Maar het mag niet." "Dan zijn we er uit," zei Bets monter. "Kan ik nu gaan?" "Even nog," zei de rechter en zette zijn bril op. "Ik moet je nog veroordelen. "Eens even kijken. Ik dacht aan de doodstraf of veertig dagen dienstverlening. Wat vind je er zelf van?" "Opjeksjun, joor onnur," riep de advokaat, "mijn cliënte doet al veertig jaar aan dienstverlening. Dat kun je dus niet als straf beschouwen." "Dat is waar," gaf de rechter toe. "Dus dan maar de doodstraf. Overigens niet erg sterk van je, advokaat, om die opmerking te maken. Nou is Bets goed de klos." De advokaat keek beteuterd naar zijn schoenpunten. Hij dacht even snugger te zijn. "De doodstraf kan ook niet edelachtbare," fluisterde de griffier achter zijn hand. "Die bestaat hier niet." De rechter dacht zo diep na dat de rimpels op zijn voorhoofd over zijn ogen schoven. Je kon een speld horen vallen. 22

Tijdschriftenbank Zeeland

Ballustrada | 1994 | | pagina 54