verbreiding van het schrift sterk bevorderd. De boekdrukkunst was
een techniek met onvoorstelbare gevolgen voor de circulatie van
informatie en ideeën. Ten goede en ten kwade natuurlijk: de
nachtmerrie-achtige heksenwaan aan het begin van de Nieuwe Tijd
dankte zijn theoretische ondergrond aan de alomtegenwoordige
Malleus Maleficarum, de 'Heksenhamer' van de dominicanen
Heinrich Kramer en Jakob Sprenger, die tussen 1486 en 1669 talloze
herdrukken beleefde.
Alan Dundes geeft in 'Seeing is Believing' verschillende voorbeelden
van de in onze tijd sterk gedaalde waarde van het geschreven woord,
welke neergang te wijten is aan datzelfde visuele primaat dat eertijds
de opgang van het schrift sterk bevorderde. Hij refereert aan Marshall
McLuhan en zijn volgelingen, die beweerden dat de orale-auditieve
kanalen van preliterate man, die overigens niet samenvalt met de
prehistorische mens, een renaissance beleefden. Want de radio had
postliterate man gecreëerd, die ook primair van deze kanalen gebruik
maakte. Veel Amerikanen vernamen het dagelijks nieuws nu via de
radio in plaats van uit de krant; en de telefoon had het briefverkeer
voor een belangrijk deel verdrongen.
Maar de visuele kanalen zijn verveelvoudigd; Dundes stipte het in
1972 al aan. Ook in publikaties de alfawetenschappen betreffende,
die bastions van het woord, nemen diagrammen en grafieken sinds
decennia een steeds belangrijker plaats in. Wat de orale-auditieve
kanalen betreft: hier zien we een omslag naar visuele-auditieve
media. De tv heeft de radio tot een marginaal medium gemaakt; aan
introductie van de 'interactieve tv' wordt gewerkt. De commerciële
muziekindustrie beseft dat een muziekstuk niet meer aan een groot
publiek kan worden opgedrongen zonder visuele ondersteuning.
Voor de promotie van popmuziek is de videoclip al jaren nood
zakelijk: een filmpje met een min of meer traditionele narratio of
bestaand uit een reeks beelden die geordend zijn volgens een
visueel-auditief associatief verband. De ontwikkeling van de clips is
inmiddels zodanig gevorderd dat de muziek, waarom het aan
vankelijk toch begonnen was, vaak eerder een functioneel
onderdeel van het filmpje is geworden dan andersom.
Voor me ligt een inhoudsopgave van aflevering 3 van de serie
White Noise, een vijfdelig programma over videokunst, in 1990 uit
gezonden door de BBC-televisie. Elke aflevering van de serie bevatte
een compilatie van nieuwe en 'klassieke' produkten, computergrafiek
8