Enkele maanden later werd hij de trotse pachter van een paar
gemeten kerkegrond. De helft was wel braakliggend moerasland.
Dat deel heette het Laehe Bus ofwel het lage bos. Dat zou uiteindelijk
mijn geboortegrond worden. Het andere deel heette het Oöhe Bus
ofwel het hoge bos. Dat deel was vruchtbaar akkerland.
Nu had hij werk voor de avonduren en bezigheid voor zijn kinderen.
Hoewel zijn maatschappelijk aanzien een klein beetje steeg, werd
hij natuurlijk niet aangenomen in de stand van kleine boeren. De
bisschop aan wie hij ongetwijfeld geschreven had dat de pastoor
hem zou schrappen voor de broodbedeling, had bepaald dat hij
ondanks de pacht zijn twee zesponders per week mocht blijven
ontvangen. Na een paar jaar echter, toen de gepachte grond een
bescheiden winst ging opleveren, bedankte hij zelf voor de brood
bedeling. Zijn gevoel van solidariteit met de armen zal een rol
hebben gespeeld, maar zijn Zeeuwse trots van eigen baas zijn, en
onafhankelijk zijn van anderen, heeft zeker het zwaarst gewogen.
6. 't Laehe Bus
De brief van mijn grootvader aan de bisschop heeft uiteindelijk
de plek bepaald waar ik geboren ben, namelijk het Laehe Bus. Bus is
een oude Zeeuwse vorm voor het algemeen Nederlands 'bos', maar
betekent hier een laaggelegen stuk land, dat braak ligt en begroeid
is met laag struikgewas, wilg, vlier, meidoornbosjes e.d. Het hoge
bus dat uit vruchtbaar bouwland bestond, was dus oorspronkelijk
een hooggelegen stuk bos.
Het Laehe Bus was drassig en ongeschikt voor landbouw. Het was
woeste grond die bij de pachters niet in trek was. Het leverde enkel
riet en wilgehout dat niet eens geschikt was om klompen van te
maken. Het zat echter vast aan het Oöhe Bus als het misdeelde kind
van een niet-identieke tweeling.
Mijn grootvader was een dromer, een man met visie die de drassige
drek van een stuk moeras al herschapen zag tot een kleine hof van
Eden. In de tijd dat hem de pacht gegund was van het hoge bos,
gingen een zoon en een dochter van hem trouwen, en hij zag zijn
kans schoon.
Arm als Job, maar wijs als Salomo bedacht hij een 'bruidsschat' voor
zijn dochter en een gift voor zijn zoon. Het lage bos was voor de
pacht toch waardeloos, maar als huwelijksgift was het een potentieel
aards paradijsje. Hij speelde het klaar dat de Kerk hem de waardeloze
grond schonk, en hij schonk deze op zijn beurt aan zijn zoon en
17